In 2006 werd Rotterdamwet ingevoerd. Dankzij deze wet kunnen mensen met een bijstandsuitkering die korter dan zes jaar in Rotterdam wonen, in bepaalde wijken een woning worden geweigerd. OPEN Rotterdam doet samen met Vers Beton onderzoek naar de Rotterdamwet. Misschien denk je nu; Rotterdamwet? Wat!? Kijk dan nu naar de uitlegvideo die wij maakten naar aanleiding van het artikel van onderzoeksjournalist Hasna El Maroudi voor Vers Beton.
De Rotterdamwet is bedacht om de slechtste wijken van Rotterdam leefbaarder te maken. Als je een uitkering hebt en korter dan 6 jaar in Rotterdam woont, mag je je door de Rotterdamwet niet vestigen in een aantal straten in de wijken; Tarwewijk, Oud-Charlois, Carnisse, Hillesluis of Bloemhof. Daar wonen al te veel ‘kansarme’ mensen vindt de gemeente. Vóór 2021 gold de Rotterdamwet in de complete wijken. Sinds dit jaar geldt de wet enkel nog in een paar straten en vanaf volgend jaar wordt de Rotterdamwet opgeheven.
Om te zien in welke wijken de Rotterdamwet moet gelden maakt de gemeente gebruik van de Leefbaarometer. Een van de factoren die in de Leefbaarometer bepaalt hoe goed of slecht het in een wijk gaat is de hoeveelheid niet-westerse allochtonen die in een wijk wonen. Hoe meer niet-westerse allochtonen, hoe slechter de wijk. Bijvoorbeeld; hoe meer Marokkanen in de wijk wonen, hoe onleefbaarder de gemeente een wijk vindt.
De Rotterdamwet doet inbreuk op het recht van vrijheid van vestiging. Dat is een grondrecht: iedereen in Nederland mag zelf kiezen waar hij wil wonen. Toch vindt de gemeente de wijken Tarwewijk, Oud-Charlois, Carnisse, Hillesluis en Bloemhof zo slecht of onleefbaar dat zij al 15 jaar lang wil bepalen waar mensen mogen wonen. En dat terwijl er na ook verschillende wetenschappelijke onderzoeken niet is aangetoond dat de Rotterdamwet de wijken leefbaarder heeft gemaakt.
Lees hier het hele artikel van Hasna El Maroudi over de Rotterdamwet. Hieronder kun je het artikel luisteren.
Dit onderzoek is een samenwerking van Vers Beton en OPEN Rotterdam en is tot stand gekomen met steun van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.