16.000 Nederlanders willen dat Keti Koti een nationale feestdag wordt

1 juli – de dag van de afschaffing van de slavernij – moet een nationale feestdag worden. Dat willen ruim 16.000 Nederlanders die een petitie hebben ondertekend. Het initiatief komt van radiozender FunX, stichting Nederland Wordt Beter en historisch archief The Black Archives: “Erkenning van het verleden begint met een vrije dag.”

Radiozender FunX besteedt elk jaar op 1 juli aandacht aan Keti Koti (vertaling: ketenen gebroken). Dit jaar gaat de omroep een stap verder en startte de petitie: “Erkenning van het verleden begint met een vrije dag.” vertelt Eva Hol, programmaleider van FunX. Alle medewerkers van FunX hebben dit jaar daarom ook vrij op 1 juli. “We willen zelf het goede voorbeeld geven.”

Waarom een nationale vrije dag nodig is? “Bij Pasen of Kerst vragen kinderen ook aan hun ouders ‘wat betekent deze dag?’. Een nationale vrije dag maakt ruimte om het gesprek over de zwarte bladzijden uit de geschiedenis aan te gaan,” zegt Eva. Een vrije dag geeft ook een moment om stil te staan bij het slavernijverleden. “We staan 4 en 5 mei ook stil bij onze vrijheid en zeggen samen: ‘dit willen we nooit meer.’”

De petitie had binnen 24 uur al meer dan 13.000 handtekeningen verzameld. “Dat is superfijn. De luisteraars van FunX zijn voornamelijk jongeren. Zij willen echt verandering.”

Ook Rotterdammer Harlow Brammerloo heeft de petitie ondertekend. Hij is actief bij Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst en is organisator van de Keti Koti herdenkingsdienst in Rotterdam. “Dit is een hoopvol begin. Alle acties die een bijdrage kunnen leveren zijn goed.”

De petitie wordt massaal gedeeld op sociale media. Volgens Brammerloo hebben de Black Lives Matter protesten van vorig jaar juli daar invloed op gehad: “Steeds meer mensen herdenken. Dat zie ik ook bij de herdenkingsdienst. Dit jaar hebben een stuk meer organisaties zich aangemeld om een krans te komen leggen tijdens de dienst.”

Keti Koti uitroepen tot nationale feestdag is volgens Brammerloo belangrijk. “Dat ligt het accent op ons gezamenlijk verleden. Door een nationale dag willen mensen meer leren over de geschiedenis. En dan leren ze dat de geschiedenis van Nederland ook over Suriname en de Antillen gaat.” Maar enkel een nationale dag is volgens Brammerloo niet genoeg. “Excuses van het rijk is cruciaal. Daarmee erken je dat er een geschiedenis is geweest waarin niet iedereen vrij was.”

Eerder deze week vroegen wij in Delfshaven hoe Rotterdammers denken over een nationale dag op 1 juli: