Armoede in Rotterdam neemt af: armoedecijfers opnieuw berekend door het CBS

De armoede in Rotterdam neemt af. Sinds 2022 is het percentage arme inwoners met 0,4 procent gedaald. Tegelijkertijd heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek in oktober een nieuwe manier geïntroduceerd om armoede te berekenen. De nieuwe methode is niet alleen preciezer dan de vijf verschillende methodes die hiervoor (tegelijk) werden gebruikt, hij gaat ook met de tijd mee. Zo wordt voor jongeren ouder dan twaalf een smartphone bijvoorbeeld als noodzakelijke uitgave gezien.

En zo zijn er nog wel meer dingen waar het CBS nu rekening mee houdt; tandartsverzekeringen bijvoorbeeld. De nieuwe methode is door het CBS ontwikkeld omdat ze een beter beeld willen krijgen hoe het is gesteld met armoede in ons land en een alternatief willen bieden voor de vijf rekenmethodes die tot nu toe allemaal tegelijk werden gebruikt door verschillende onderzoeksbureaus, gemeenten en andere instellingen.

Belangrijkste punten op een rij
Volgens de nieuwe berekeningen leven er een stuk minder mensen in armoede dan aanvankelijk gedacht, in heel Nederland maar ook in Rotterdam. Dat betekent overigens niet dat de mensen die al in armoede leefden, het ineens beter hebben gekregen: gemiddeld genomen werd armoede erger. Dat er volgens de cijfers minder mensen in armoede leven, komt voornamelijk doordat het CBS nu ook rekening houdt met je spaargeld – je ‘vermogensbuffer’, zoals het CBS het zelf noemt.

Naast de vermogensbuffer, is er ook een nieuwe armoedegrens geïntroduceerd. Dat is, afhankelijk van de samenstelling van je huishouden, de hoeveelheid geld waarvan het CBS heeft berekend dat je die maandelijks minimaal nodig hebt om goed van te kunnen leven. Daarvoor wordt gekeken naar het netto inkomen, dus je salaris met alle belastingen ervan afgetrokken, minus een aantal vaste lasten.