Bankjes met armleuningen en skatestoppers: voor wie is de Rotterdamse buitenruimte bedoeld?

Begin vorig jaar was Rotterdam in de ban van ‘bankjesgate’. De NS liet de bankjes op station Rotterdam Centraal weghalen vanwege overlast door dak- en thuislozen, wat uiteindelijk leidde tot een demonstratie in de stationshal. ‘Vijandige architectuur’ is in Rotterdam inmiddels tot volksvijand verklaard.

Wat vijandige architectuur – ook wel op zijn Engels hostile architecture genoemd – in godsnaam is? “Ingrepen in de openbare ruimte die erop gericht zijn om ongewenst gedrag onmogelijk te maken”, zegt Floor van Ditzhuyzen na een vraag van presentator Odair Inocencio, tijdens de talkshow Studio Stadmaken op het afgelopen Stadmakerscongres. “Het neveneffect is dat ermee bepaalde ‘ongewenste groepen’ ook uit het publieke domein verdreven worden, oftewel onzichtbaar gemaakt worden.”

Van Ditzhuyzen is architect, onderzoeker en Public Space Detective. In een notendop houdt dat in dat ze “gewone en ongewone fenomenen in de openbare ruimte” onderzoekt. Ze probeert in feite te verklaren waarom de publieke buitenruimte is ontworpen zoals die is. “Stedelijke gastvrijheid is een belangrijk onderwerp nu”, zegt ze. “Westerse steden zetten namelijk hoog in op gastvrijheid en inclusiviteit. Dat impliceert nogal wat. Wat houdt dat in? En gastvrij voor wie?”

Vijandige architectuur staat haaks op stedelijke gastvrijheid, vindt ze. Rotterdam wil een gastvrije, inclusieve stad zijn, maar ook hier is aardig wat vijandige architectuur te vinden. Er zijn minimaal veertig voorbeelden van vijandige architectuur in Rotterdam te vinden, waarvan er dertig zich in het centrum begeven, zo schreef wethouder Robert Simons eerder dit jaar aan de gemeenteraad. “De werkelijk aantallen zijn veel meer maar hostile architecture wordt vaak niet herkend en/of valt niet meer op”, aldus Simons.

Meestal wordt vijandige architectuur gebruikt in de openbare ruimte om overlast te voorkomen. Dat begrijpt Martijn van Leerdam, predikant-directeur bij de Pauluskerk, maar al te goed. Volgens hem gaat het erom hoe je in de publieke ruimte omgaat met doelgroepen die “zich anders gedragen dan de goegemeente, mensen die afwijken van de gedragsnorm, en daardoor ergernis wekken bij andere mensen”.

Veel afwijkend gedrag is onschuldig, zegt hij. “Zoals kinderen die te veel herrie maken in een speeltuin of jongeren die te lang rondhangen op vrijdagavond in het park. Soms is de overlast reëel. Bijvoorbeeld in de omgeving van de Pauluskerk: wij gaan om 21.00 uur dicht, onze meeste bezoekers zijn buitenslapers, dus die gaan de straat op. De volgende morgen zijn we pas weer open, dus waar gaan zij in de tussentijd naar de wc? Dat is ook een probleem voor buurtbewoners.”

Studio Stadmaken, met Floor van Ditzhuyzen, Martijn van Leerdam en Odair Inocencio, is hier terug te kijken.

Studio Stadmaken is een coproductie tussen Vers Beton en OPEN Rotterdam, mede mogelijk gemaakt door AIR.