De Rotterdamse opvang voor ongedocumenteerde daklozen gaat definitief sluiten. Daarmee komt er, vanaf 1 januari 2025, een eind aan de bed-bad-broodopvang voor 45 mensen die er nu gebruik van maken. Hoe nu verder voor deze groep mensen?
De afgelopen maanden is het wel of niet doorzetten van de bed-bad-broodregeling the talk of the town. Aanleiding is het besluit van minister Faber om de landelijke financiering van de LVV-opvang te stoppen. Gemeente Amsterdam, Utrecht en Eindhoven besluiten de kosten zelf op zich te nemen, de gemeente Rotterdam doet dat als enige niet. Verhitte debatten, protesten en petities volgen, maar tevergeefs. De coalitiepartijen houden voet bij stuk: de gemeente Rotterdam gaat de opvang voor 45 ongedocumenteerde daklozen niet zelf financieren.
Van hulp op maat naar overgeleverd aan de straat
Betekent dit dat er 45 mensen hulpeloos op de straten van Rotterdam belanden? Nee, is het korte antwoord. “Van zo’n vijftien deelnemers die nu in de LVV verblijven, is het vertrek al gepland en geregeld en zij zullen naar verwachting nog dit jaar vertrokken zijn”, schrijft het college in een brief over de beëindiging van de opvang. “Van vijf deelnemers is het de verwachting dat ook zij zullen terugkeren door extra inzet en/of door gebruik te maken van een terugkeerregeling.” Wat deze terugkeer precies inhoudt, is onduidelijk.
Ook spreekt het college over zo’n tien daklozen die op maatwerk kunnen rekenen. Dit omdat zij te maken zouden hebben met ernstige lichamelijke klachten en/of verslavingsproblematiek. “Het beëindigen van het onderdak van deze mensen zal tot zeer inhumane situaties leiden met een grote kans tot overlijden.”
Tot slot zijn er nog zeventien daklozen wiens situatie ‘meer complex dan wel vastgelopen’ is. “Zij zullen hun weg zoeken in hun netwerk, in een andere stad of mogelijk op straat belanden wat tot overlast kan leiden”, schrijft het college. Ook benadrukt het college dat als deze ongedocumenteerde daklozen de wet overtreden, er kan worden ingezet op terugkeer naar land van herkomst. In afwachting van deze terugkeer, zouden zij dan in een zogeheten Vrijheidsbeperkende Locatie verblijven.
De sluiting van de opvang heeft voor 45 ongedocumenteerde daklozen directe gevolgen. Voor vijftien van hen is het vertrek uit Rotterdam al geregeld. Naar verwachting komen er daar nog vijf mensen bij. Tien daklozen krijgen zorg op maat. Zeventien daklozen moeten ‘hun weg zoeken in hun netwerk’ en belanden in eerste instantie dus op straat.
*Het klopt dat bovenstaande grafiek uitgaat van 47 mensen. We gaan af op de aantallen die in de collegebrief genoemd worden.
Moties
Hoewel de Rotterdamse coalitiepartijen – Leefbaar, VVD, DENK, D66 – ervoor hebben gestemd de opvang te sluiten, zijn het met name DENK en D66 die dat met flinke tegenzin doen. Zo schrijft D66 op 13 november, de dag nadat de sluiting van de opvang definitief gemaakt werd, op haar site: “Zoals onze fractie eerder kenbaar heeft gemaakt is de coalitieafspraak om de LVV te sluiten op het moment dat het Rijk stopt met de financiering een afspraak die we met veel moeite uitvoeren. Bij het sluiten van het coalitieakkoord (in 2022, red.) hebben we de kans dat er een rechts kabinet zou aantreden, dat daadwerkelijk de financiering stop zou zetten, te klein ingeschat.”
Het is voor D66 en DENK kiezen tussen coalitieafspraken en eigen idealen. In dit geval is de keuze op de coalitieafspraken gevallen, tot ontzetting van de oppositiepartijen. “Dit hoort bij betrouwbaar bestuur”, verantwoordt D66 zich. “Anderzijds voelen we nog steeds een sterke morele plicht om te zorgen voor kwetsbaren in Rotterdam, ook ongedocumenteerde kwetsbaren. […] Ondanks de sluiting van de LVV blijft de gemeente een zorgplicht houden wat D66 betreft. Een zorgplicht om te voorkomen dat personen in mensonterende situaties op straat verkeren. Die zorgplicht geldt ook voor ongedocumenteerden.”
Met drie moties, die ook zijn aangenomen, eisen D66 en DENK dat er geen ‘mensonterende situaties ontstaan’. Dit gaat dus over die tien mensen in de bed-bad-broodopvang die risico op overlijden lopen als zij op straat zouden komen te staan. Zij zullen dus maatwerk krijgen en niet op straat belanden.
Wat betreft de zeventien daklozen van wie de toekomst nog wat onduidelijk is: D66 en DENK willen dat er in kaart wordt gebracht hoeveel van hen per 31 december een verblijf heeft gevonden. Zij die niks vinden, kunnen ‘waar nodig een begeleidende of faciliterende rol’ van de gemeente verwachten. Ook willen de partijen deze daklozen bijstaan in hun zoektocht naar een alternatieve plek. Nu is het college aan zet om deze aangenomen moties uit te voeren.