Bewoners omgeving Schammenkamp weten niet waar ze naartoe moeten: ‘We staan hier in de kou’

Het is een ravage rond de plek waar de explosie heeft plaatsgevonden in Zuidwijk. De bewoners van de verwoeste appartementen zijn opgevangen in de Wielewaal, maar die van de omringende woningen weten niet waar ze terechtkunnen. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk, maar ook (vrijwilligers-)organisaties uit de wijk en WMO Radar staan klaar.

Opvang aan de Zuiderparkweg
Michiel Groeneveld, woordvoerder van Gemeente Rotterdam, vertelt dat de opvanglocatie aan de Zuiderparkweg een plek biedt aan bewoners waarvan het huis onveilig en onbewoonbaar is verklaard. Zij kunnen hier terecht voor een kopje koffie of thee en een luisterend oor. Bewoner Adrien, die aan de overkant van het getroffen gebouw woont, was hier niet van op de hoogte, maar heeft zich uiteindelijk gemeld. Meerdere buurtbewoners wisten niet dat ze hier terechtkonden: “Via journalisten hebben we deze plek gevonden. Anders hadden we het niet geweten.”

Ook slachtofferhulp is in het wijkcentrum aan de Zuiderparkweg aanwezig om bewoners en omstanders een luisterend oor te bieden. De bewoners maken hier gebruik van: “Binnen kreeg een vrouw waarvan de man gisteren van het balkon af moest springen, een paniekaanval. We zijn allemaal erg getraumatiseerd. Ik ga ook zeker gebruikmaken van deze hulp.” Volgens de woordvoerder heeft de gemeente er alles aan gedaan om iedereen zo goed mogelijk te informeren: “We hebben waar mogelijk was de bewoners opgezocht en ze op de hoogte gesteld van de opvanglocatie. We proberen ook telefoonnummers te verzamelen om zoveel mogelijk via via te benaderen.”

‘Hup, de wijk in’
Ook WMO Radar, die als welzijnsorganisatie actief is in het gebied, was duidelijk aanwezig. “Het is natuurlijk verschrikkelijk. Wij kregen van bewoners filmpjes van de explosie: we zijn meteen gaan bellen. Even kijken hoe het gaat met iedereen die we kennen in het gebied,” vertelt programmaleider WMO Radar Jolanda Moerkerke. “Hup meteen de wijk in, gelijk kijken. Er zijn ondernemers die ons meteen bellen: dat is de rol die je moet hebben als WMO.”

Vrijwilligers zijn niet alleen helpende handen voor de wijk en het Huis van de Wijk, maar ze leren ons ook dingen, geven ons ook informatie.

Het belangrijkste is volgens haar dat WMO aanwezig is in het gebied en de mensen ondersteunt die dat nodig hebben, naast de meer formele keten van de gemeente. “We hebben vrijwilligers die zich inzetten voor het Huis van de Wijk, maar die wonen daar in de wijk. Dat vergeten mensen. Dus, vragen wij aan hen: ‘hoe gaat het met je, heb je een dak boven je hoofd?’” Jolanda vertelt over een Turkse mevrouw die nu bij haar broer slaapt, omdat de trillingen van de explosie haar herinnerden aan de aardbevingen in Turkije. “Vrijwilligers zijn niet alleen helpende handen voor de wijk en het Huis van de Wijk, maar ze leren ons ook dingen, geven ons ook informatie.”

Bewoners helpen elkaar
Jolanda geeft aan dat WMO Radar en alle andere (vrijwilligers-)organisaties in Zuidwijk goed in contact staan en kijken waar ze kunnen inspringen. “Je hebt natuurlijk de formele keten van de driehoek, de crisisdienst, en dat gaat heel goed. Als dat voorbij is, merk je dat er ineens allerlei vragen opkomen over bijvoorbeeld verzekeringen.” Daarom zijn organisaties zoals WMO Radar, Seinpost, Jeugd Informatie Punt en Stichting Je goed Recht, allemaal actief in Zuidwijk, alvast samen aan het kijken hoe ze een steunpunt kunnen inrichten.

“Dan denk ik: ‘o gelukkig, in alle paniek, helpen mensen elkaar toch’.”

Vanmiddag om 16.00 uur waren collega’s van Jolanda aanwezig bij de bijeenkomst voor bewoners in basisschool de Wereld van Zuid. “Ze waren er enorm positief over. Ze vinden dat organisaties zoals HEF Wonen en de gemeente heel goed hun verantwoordelijkheden pakken.” Maar in de wijk komt niet alleen hulp vanuit de gemeente, formele diensten of het welzijnswerk. Jolanda ziet dat bewoners elkaar ook heel snel zijn gaan helpen. Ze vertelt dat mensen elkaar onderdak bieden of elkaar tijdens het incident zelf te hulp schieten. “Dan denk ik: ‘o gelukkig, in alle paniek, helpen mensen elkaar toch’.”