Burgemeester en wijkraad herkennen zich niet in klachten over overlast Samuel Esmeijerplein

Toenemende overlast van hangjongeren en bedelaars op het Samuel Esmeijerplein: dat is waar Leefbaar Rotterdam aandacht voor vraagt. Maar zowel de wijkraad als burgemeester Aboutaleb herkent zich niet in zulke klachten in Prins Alexander. “Ik weet niet waarover dit gaat”, vertelt Ron Davids, voorzitter van wijkraad Lage Land-Prinsenland-’s Gravenland.

In schriftelijke vragen aan burgemeester Aboutaleb deelt Leefbaar Rotterdam haar zorgen over overlast op het Samuel Esmeijerplein. Leefbaar roept op tot extra zichtbare handhaving en voorzieningen voor de jeugd. Onnodig, als het aan de burgemeester ligt. Volgens hem zijn er geen overlastmeldingen binnengekomen en zijn signalen van overlast incidenteel geweest. Ook de wijkraad ziet geen structurele overlast op het plein of in de wijk. “We hebben iedere vrijdag een wijkhub op het plein staan, maar we hebben geen enkele klacht ontvangen”, deelt wijkraadsvoorzitter Ron. “Misschien baseert Leefbaar zich op geruchten of hebben ze iets van horen zeggen. Maar verder herken ik de klachten niet. Gelukkig maar!”

Leefbaar laat op hun website weten ‘lichtgezegd teleurgesteld’ te zijn over de reactie van de burgemeester. “De wijkbewoners hebben serieuze klachten en die worden niet gehoord.” Leefbaar roept op overlast te melden om zo beweging in gang te zetten. Een woordvoerder van Leefbaar Rotterdam laat weten dat zij verschillende signalen hebben gehoord van buurtbewoners en daarom deze oproep doen. Bewoners zouden volgens de partij wel degelijk overlast gemeld hebben. Leefbaar zoekt daarom uit wat er met deze meldingen is gebeurd en waarom de burgemeester er dan geen weet van heeft. Ondertussen heeft Leefbaar de wijkbewoners gevraagd overlast bij zowel de gemeente als bij hen te melden en zouden meerdere bewoners dat ook gedaan hebben.

Wel steunt de wijkraad de oproep om meer voorzieningen voor de jeugd in Prins Alexander. “Voorzieningen als een skatebaan, sporttoestellen, tafeltennistafel of iets”, suggereert Ron. “En een jongerenhub. Veel van de bestaande voorzieningen zijn vooral gericht op basisschoolleeftijd. De opgroeiende jeugd valt daarbuiten. Het beste zou zijn om met hen in gesprek te gaan.”