De rook is weer opgetrokken na hét feest van de democratie. De slingers zijn opgeruimd en de flessen drank, zoals het hoort, netjes en met een gigantische kater, naar de glasbak gebracht. Ondertussen worden bij sommigen de wonden nog steeds gelikt en vraagt men, al slaand met de platte hand op het voorhoofd, zich af, waar het zo mis is gegaan.
Het moment dat ons iedere vier jaar weer een kans biedt om invloed te hebben op dat wat er in onze mooie stad gebeurt is voorbij. De gemeenteraadsverkiezingen stonden in het teken van een bedroevende lage opkomst. Van de 560.986 stemgerechtigden, hebben slechts 199.039 Rotterdammers een stem uitgebracht. Een opkomstpercentage van 38,9; de laagste opkomst ooit. Om je te schamen. Nee, als je het zo bekijkt, was dit geen feest, eerder het moment dat de arts de diagnose terminaal uitspreekt aan de nabestaanden.
Want de democratie is ziek. Of het daadwerkelijk ongeneeslijk ziek is, weet ik niet, maar het bed is zojuist wel van de afdeling naar de operatiekamer verplaatst.
Terwijl iedereen zich achter de oren krabt en zich achter de microfoons haast om een verklaring proberen te geven over de toestand van de patiënt, lees ik in de krant dat deze gemeenteraadsverkiezingen, zoals altijd, zowel winnaars als verliezers kent. Nee, ik zie geen winnaars. Niet zolang er kinderen in armoede leven. Niet zolang mensen gedwongen worden hun huis te verlaten. Niet zolang de tweedeling in de samenleving telkens weer opdoemt. Er zijn geen winnaars. Niet zolang mensen in een park moeten slapen. Niet zolang ouderen vergeten worden en in eenzaamheid moeten leven. Niet zolang de markt de zorg beheerst. Er zijn geen winnaars. Niet zolang het democratisch orgaan het moet doen met een mandaat, gegeven door nog niet eens de helft van het electoraat. En ook niet zolang we, weken na de verkiezingen nog steeds de campagneborden uit de sloot moeten vissen.
Je kunt niet van winnaars spreken, wanneer de meeste mensen zien dat het beleid en de uitvoering in steeds mindere mate iets voor hen kan betekenen. Niet zolang men de politiek als een poppenkast met Jan Klaassen en Katrien ziet, bespeeld door mensen die vooral heel goed voor hun eigenbelang kunnen zorgen.
Je kunt als burgemeester of overheid, weer dure onderzoeken gaan instellen, om erachter te komen waarom de opkomst zo laag was. Om te laten zien dat we dit serieus nemen, om de patiënt te reanimeren. Maar geloof me, daar zijn geen dure onderzoeken voor nodig. De burger is simpelweg ontevreden en dat mondt uit in een gigantische afkeer van het systeem.
Men is het zat. Zat om bespeeld te worden door Jan Klaassen en Katrien. Men is het zat dat diezelfde politici – die hen de afgelopen weken tot vervelens toe hebben lastiggevallen op de markt, aan de deur, of op de buis – nu weer vier jaar niks van zich zullen laten horen. Geen rozen aan de deur meer, mooie beloftes of een gemaakte glimlach. Tsja, dan blijven mensen thuis en zullen ze de patiënt ook niet meer in het ziekenhuis willen bezoeken. Dan kun je hoog of laag springen of verwijzen naar de oorlog in Oekraïne. Maar de patiënt is gewoon ziek en heeft geen onderzoek meer nodig maar een behandeling.
Is er een dokter in de zaal?
De afgelopen weken las Rachid Benhammou een column voor over het thema van de week in ons politiek café Stemmen!. Woensdag is de hele aflevering te zien bij OPEN Rotterdam. Ook komt-ie dan op deze pagina.