Column: Gouden balken en zilveren daken

Het is weer verkiezingstijd, lieve mensen. En dat betekent een paar weken lang heerlijk genieten, al dan niet met een bak popcorn in de hand, bij het zien hoe politieke partijen, ongegeneerd en schaamteloos, over de rug van pijnlijke vraagstukken, zichzelf in de spotlichten proberen te nestelen. Onderwerpen die sommige partijen vier jaar lang genegeerd hebben en die nu weer hoog op diens agenda’s staan, worden gebruikt om met termen te kunnen gooien als “geschokt” of “drastische veranderingen”.

En hoe kan het ook anders; wonen is op dit moment zo een migrainedossier. We hebben in heel het land te maken met een torenhoge woningnood. Met name in de grote steden, zoals Rotterdam, is het meer dan zorgelijk. En deze situatie is voor een groot deel te danken aan ondoordachte en egoïstische maatregelen, want de woningcrisis is simpelweg het gevolg van bepaalde politieke keuzes.
En men blijft verkeerde keuzes maken bij het tegengaan van die problemen. De meest populaire aanpak momenteel in Rotterdam bijvoorbeeld, is de wens en ambitie om te bouwen, bouwen en nog eens te bouwen. Maar wordt daarmee de crisis opgelost? Nee. De komende jaren komen er weliswaar duizenden huizen bij, waaronder gelukkig ook betaalbare huurwoningen. Maar ook erg veel domicilies die niet te betalen zijn voor de gewone Rotterdammert.

Terwijl je bijna letterlijk over de daklozen in de stad struikelt, komen dure exclusieve appartementen, met een huurprijs vanaf 1250 euro, steeds vaker leeg te staan, lees ik in de krant. Nu al staat er bijna 9 procent van die nieuwe huurwoningen leeg. Verrassend. Tijd voor een nieuw bak popcorn want de Rotterdamse politiek reageert dan, voorspelbaar als altijd, zogenaamd ‘geschokt’. Joh! Hoe zo geschokt? Zag je dit niet aankomen dan, met je misplaatste verontwaardiging? Je stond erbij en keek ernaar. En nu je graag wilt dat mensen weer op je gaan stemmen, blaas je het stof weer af van het onderwerp, om vervolgens je eigen straatje schoon te vegen en te wijzen naar een ander.

De afgelopen tien jaar stegen de huren met ruim 35 procent en is het aantal daklozen meer dan verdubbeld. De huizenprijzen klimmen synchroon met het aantal wolkenkrabbers in de stad en het aanbod van betaalbare huurwoningen keldert. Jongeren blijven noodgedwongen bij hun ouders wonen, ouderen blijven plakken in hun te grote woningen en wanneer je bij een middengroep hoort, kom je er simpelweg ook niet tussen. En de tweedeling in de samenleving is pas compleet wanneer burgers elkaar de schuld gaan geven van deze woonmisere.
Makelaars, projectontwikkelaars, bouwbedrijven én politici verkondigen allemaal dat er simpelweg meer gebouwd moet worden. Dan komt het vanzelf wel weer goed. Ja, m’n ammehoela. De ketters wonen eenmaal het dichtst bij de paus. Het gaat hier gewoonweg om Oer-Hollandse expansiedrift, winst maken en schaamteloze belangenbehartiging. Om vervolgens geschokt te reageren of de ‘noodklok te luiden’. Ook zo een term waar je spontaan jeuk van krijgt.

Dat we een groot probleem hebben, is duidelijk. Maar echte daden blijven helaas ook hier uit. Wat er wel moet gebeuren? Nou, laten we eens beginnen met een terugkeer naar, het investeren in, en het uitbreiden van een ander Oer-Hollandse traditie. Namelijk de volkshuisvesting. In plaats van op je blote knieën, bij de Gratie Gods, gaan zitten wachten en te vertrouwen op die helse marktwerking. Waarom gebeurt dat niet? Want we willen allemaal de huren in de vrije sector reguleren. We willen allemaal af van die verhuurderheffing. En we willen allemaal de foute verhuurders en beleggers hard aanpakken.
Maar vooral: we willen allemaal wonen. Het liefst waar we zelf willen en het kunnen betalen. En zonder gouden balken of een zilveren dak.

Iedere week leest Rachid Benhammou een column voor over het thema van de week in ons politiek café ‘Stemmen!’. Wil jij bij de opnames aanwezig zijn? Dat kan! Iedere dinsdag van 12:45 tot 14:00 in Café Faas in het Oude Noorden.