Als een kind hoogbegaafd is, heeft dat leuke maar soms ook mindere kanten. Voor docenten op scholen is dat soms lastig om daarmee om te gaan, want hoe geef je iemand die zo snel leert passend onderwijs? Daarom is er donderdag voor het eerst een speciale conferentie gehouden in Rotterdam Ahoy.
De noodzaak daarvoor is er zeker, vertelt een aanwezige basisschooldocent. “Ik heb de frustratie van de leerlingen gezien, omdat ze te weinig uitdaging krijgen op school. Ik wil hen daarbij helpen.” Zo’n 2 procent van de Nederlandse bevolking, ongeveer 400.000 mensen, is (hoog)begaafd. Veel van hen voelen zich niet altijd begrepen of gezien, zeker op school. “Als je iets buiten de norm valt, weten veel mensen niet wat ze moeten doen en dat heeft veel gevolgen voor die kinderen”, zegt Doloris Leeuwin, tevens zelf ook hoogbegaafd.
Maar, wat is hoogbegaafdheid nu precies? Dit betekent dat iemand, vergeleken met andere mensen, een hoger IQ heeft en daardoor nieuwe dingen snel kan leren. Maar dat is niet alles. “Je denkt ook anders, wij denken bijvoorbeeld vaak meer in creatievere oplossingen”, vertelt Job Smith (14) uit Hillegersberg. Hij is zelf hoogbegaafd, net als zijn zusje en een aantal andere familieleden.
“Voordat ik erachter kwam dat ik was, zat ik vaak op school uit het raam te kijken omdat ik al klaar was met het werk. Ik raakte verveeld.” Snel kunnen denken en werken is dus niet altijd ideaal, vertellen Stijn (11) en zijn vader Hans Lansbergen. “Soms ga je te hard en ‘overdenk’ je jezelf, waardoor je al te ver vooruit kijkt en daardoor stappen overslaat. Of je begrijpt bepaalde dingen juist helemaal niet”, zegt Hans.
Hoogbegaafd zijn kan dus veel dingen beïnvloeden. Meer kennis hierover verkrijgen is daarom belangrijk, vandaar ook deze conferentie. De onderwijsminister wil dit jaar ook 23 miljoen uittrekken om het onderwijs voor hoogbegaafden te verbeteren. “We moeten kijken hoe we hen zo goed mogelijk kunnen helpen en daarvoor moet je samenkomen, om te zien waar je staat”, zegt projectleider Jeroen Naaktgeboren.