In Rotterdam kom je mooie dames met een Surinaamse vader en Kaapverdiaanse moeder tegen: dat zingen bands Tabanka en La Rouge in het nummer ‘É Di Mas’. Samen zorgen ze voor een unieke samenkomst van twee soorten volksmuziek: Surinaamse kaskawina en Kaapverdiaanse funaná. Voor presentator Zoë Pinto e Neto is dat speciaal, want zij heeft een Kaapverdiaanse en Surinaamse achtergrond. Ze gaat langs bij de allereerste keer dat de bands live samen repeteren.
De vlam tussen Tabanka en La Rouge sloeg over op een bootfeest waar beiden moesten optreden “We hoorden hoe ze aan het spelen waren en zagen dat dezelfde energie en gezelligheid hadden,’ verteld Netcha Gomes (Tabanka). En dat was wederzijds, want ook La Rouge was enthousiast na het zien van Tabanka: ““Ze hebben de vibe als ons, dus we dachten we moeten een poku samen maken,” vertelt Isaac Mendes (La Rouge).
Tabanka is een Rotterdams Kaapverdiaanse band die zijn muzikale oorsprong vindt binnen de Funaná, een traditionele Kaapverdiaanse muziek en dansstijl herkenbaar aan de accordeon en de ‘ferrinhio’. La Rouge is een Surinaams-Nederlandse band die muziek maakt binnen de ‘Kawina’, een Surinaams muziekgenre die herkenbaar is aan trommels en slaginstrumenten.
Pai (Tabanka) vertelt dat de ritmes van de bands met elkaar overeenkomt. “Dat maakt de balans zo sterk: dat het eigenlijk gewoon bij elkaar hoort en bij elkaar past.” Volgens Pai is juist dat zo mooi aan het samenbrengen van de bands: “Die twee culturen die altijd feest kunnen maken en de instrumenten die we allebei meenemen: supermooi om te zien.”
Dat de samenkomst van twee culturen niet alleen goed is voor een swingende zomerhit, vertelt Kayente (La Rouge): “Het is goed om te doen en leerzaam. Voor allebei, beide culturen”. Volgens Isaac van La Rouge moeten andere bands ook eens een keer samen spelen met bands met een andere muzikale cultuur als achtergrond. “Als ze het kunnen: ja”, vertelt hij lachend. “Muziek is verbroedering, muziek is liefde. Als het goed voelt, ja.”