Klachten over de toename van daklozen en drugsverslaafden in Rotterdam lijken niet af te nemen. Zo’n 30 jaar geleden, begon Hans Visser van de Pauluskerk met Perron Nul. Een beruchte plek naast centraal station waar verslaafde Rotterdammers vrijuit en gedoogd konden gebruiken. Verslaggever Sali spreekt de Rotterdammers over hoe zij het huidige probleem ervaren en de predikant van de Pauluskerk, Martijn van Leerdam, over wat Perron Nul heeft betekend voor de verslavingszorg: “Hij was een van de eersten die de problematiek om zich heen zag.”
Leerdam vertelt hoe hij het concept van Perron Nul in eerste instantie een goed idee vond, omdat er op deze manier snel zorg aan verslaafden kon worden geboden in geval van nood: “Als het fout ging, was er in ieder geval hulp.” Alleen waren er in die tijd te weinig voorzieningen, waardoor Perron Nul volgens Leerdam niet goed was geregeld. “Dit was niet Hans Vissers zijn fout. Hij was een van de eersten die de problematiek om zich heen zag en er wat aan deed.” Perron Nul heeft volgens Leerdam veel bijgedragen aan de zorg voor dakloze verslaafden van vandaag de dag. “Hij was een trendsetter.”
Er kwamen te veel klachten binnen over Perron Nul, waardoor het op 13 december 1994 definitief is gesloten. Ondanks de grote impact die het heeft gehad, ervaren veel Rotterdammers nog steeds de gevolgen van verslaving en dakloosheid op straat. “Soms vind ik het wel eng”, vertelt een voorbijganger. Dit gevoel van onveiligheid wordt vaak gedeeld door anderen die regelmatig langs de plekken waar verslaafden verblijven komen, en er wordt nog steeds overlast ervaren. “Als ik ze zie gebruiken waar kinderen bij zijn, denk ik wel: waar is je respect gebleven?”