De Markthal is tegenwoordig de toeristische trekpleister van Rotterdam. Maar wat weinig mensen weten is dat zich onder de grond niet alleen een parkeergarage bevindt, maar ook een permanente tentoonstelling van alle vondsten die zijn opgegraven voor de bouw van de Markthal.
Deze tentoonstelling (De Tijdtrap) viel onlangs nog in de prijzen en won de prestigieuze Nederlandse Publieksarcheologieprijs. De Rotterdamse amateurarcheoloog Walter Langedoen kwam voor het eerst kijken en was enthousiast over de vondsten: “Ja, dit zijn dingen waar je als liefhebber toch wel van gaat zweten. Het idee dat op deze plek vroeger een simpele boerderij stond, dat vind ik heel fascinerend.”
Toch is er nog veel meer gevonden dan de tentoonstelling laat zien, zo laat archeoloog Maaike Sier weten: “Er was niet genoeg plek om alles hier tentoon te stellen, dus heel veel ligt in het afgesloten depot van de gemeente waar alle archeologische vondsten bij elkaar liggen.”
En in dit depot, dat normaal niet toegangelijk is voor publiek, wordt pas duidelijk dat Rotterdam een hele interessante stad is als het aankomt op archeologische vondsten: “Veel mensen vergeten soms bijna, vanwege de verwoesting van de stad in de Tweede Wereldoorlog, dat zich hier gewoon een middeleeuwse stad bevond. En dit soort opgravingen helpen bij het beseffen hiervan.”, aldus Cees Herweyer, de beheerder van het depot.