‘De politie heeft de veiligheid van demonstranten niet kunnen garanderen’

Verschillende Rotterdamse partijen, waaronder GroenLinks en Bij1, hebben schriftelijke vragen gesteld over het politieoptreden tijdens de Woonopstand op zondag 17 oktober. Tijdens de mars door de binnenstad ontstond er een conflict tussen de demonstranten en politie. Donderdag heeft locoburgemeester Van Gils deze vragen beantwoord: “Het gedrag van deze groep werd door de politie als verdacht beschouwd.”

‘Ik betreur dat er een politie optreden noodzakelijk was bij deze demonstratie,’ schrijft locoburgemeester Arjan van Gils in de reactie op de gestelde schriftelijke vragen. Volgens Van Gils was dit nodig omdat een groep van zo’n 100 tot 125 man met zwarte gelaatsbedekkende kleding een ‘potentieel risico voor het ordentelijk verlopen van de demonstratie’ zou zijn volgens de politie. Deze demonstranten zouden politieagenten provoceren tijdens de mars, anti-overheidsleuzen roepen en andere demonstranten opruien volgens Van Gils.

Gevaar
Volgens Gwen van Eijk, één van de organisatoren van de Woonopstand, werd het demonstratierecht van de meelopers van de mars ernstig beperkt. “Na het lezen van de brief van Van Gils vragen wij ons af of het stadhuis wel begrijpt wat het recht op demonstreren inhoudt”, zegt ze. “Het allerbelangrijkste vond de locoburgemeester dat ze het gevaar tegen hebben weten te houden. Maar wat was het gevaar?” Niet alleen de Woonopstand-organisatie maakt zich zorgen, ook Amnesty en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten zijn geschokt. “Demonstreren is een mensenrecht dat de politie moet faciliteren”, tweet Amnesty.

Het optreden van de politie kan gevolgen hebben voor de komende demonstraties, vreest Gwen: “Door dit gewelddadige politieoptreden durven mensen straks niet meer te gaan demonstreren. Terwijl het juist de taak is van de burgemeester dat demonstreren veilig kan. De politie moest de-escalerend optreden, in plaats daarvan zijn zij juist degene geweest die voor escalatie hebben gezorgd.”

Chaotische communicatie
Al tijdens het organiseren van de demonstratie maakte de politie zich zorgen over de mogelijk aanwezige groepen tijdens de Woonopstand. “Er is ons gevraagd om informatie op te geven over de groepen en mensen die aanwezig zouden zijn. Wij hebben hier geen gehoor aangegeven en vonden dit zorgwekkend. Het is ieders recht om te demonstreren. En daarnaast wisten wij echt niet wie er allemaal zouden komen.” In de gesprekken tussen de politie en de organisatie voor de demonstratie werd kreeg de organisatie van de politie te horen dat er dertig agenten aanwezig zouden zijn tijdens de demonstratie. De ME  zou onzichtbaar op afstand staan. “Maar al bij de Rijnhaven zagen we een enorme politiemacht en ME klaarstaan.”

Contact tussen de ME en de organisatie was er niet, en die met de politie was tijdens de stilstand van de mars chaotisch en vaag. Gwen: “Tot twee keer toe riep de politie tegen de demonstranten die vooraan liepen dat de groep weer verder kon lopen, terwijl de groep achter nog steeds werd ingesloten.”

Nieuwe vragen
Tevreden met de antwoorden van de locoburgemeester is Stephan Leewis van GroenLinks niet. Leewis: “Uiteindelijk geeft de brief toch het beeld van een situatie die door politie en bestuur bewust is geëscaleerd zonder dat er echte concrete bewijzen waren dat er iets misging. Wat mij betreft is de kous hiermee nog niet af.”’ Ook Bij1 wil het hier niet bij laten: “Helaas moet Rotterdam BIJ1 concluderen dat deze brief onjuiste en schadelijke informatie bevat, en op geen enkele manier verantwoordelijkheid neemt voor de onacceptabele gebeurtenissen van die middag”, schrijft de partij in een reactie.

Vier november zal de gemeenteraad in debat gaan over het politieoptreden tijdens de mars. Het debat is hier live te volgen.