In de Week tegen Seksuele Intimidatie spreekt Rap-Granny Jose zich uit. In een zelfgeschreven spoken word ondersteunt ze vrouwen die hiermee te maken hebben gehad.
Ze wil hier graag opnieuw aandacht voor vragen en vindt het belangrijk om de verbinding met jongeren aan te gaan. Dit doet ze op haar eigen manier, door middel van gedichten, raps en spoken words.
Grensoverschrijders
Het is weer zo’n dag – elk
geluid haalt haar onderuit,
denkt iets te horen, een om-
gevallen fiets, da’s dus niets.
Verderop in de straat staat
iemand verveeld voor zich
uit te kijken, moet er langs,
wil niet bezwijken onder ‘n
bekend gevoel, ziet nog die
smalende smoel en ’n vuile
taal in haar gezicht gesmeten.
Ze gaat niét aan de haal met
een wat nú met een wat zál.
Als ze bij school is aangeland
gaat ’n groepje jongeren niet
aan de kant, de ruimte – heel
dat plein – lijkt van hen te zijn.
Loopt met ’n boog gespannen
eromheen, fluiten en sissen,
een en al dissen.
Na de uitgezeten lessen moet
ze zichzelf ertoe pressen het
lokaal te verlaten.
Buiten slaat de angst haar weer
om ’t hart, maar ineens is daar
Bart, ‘n goede gozer denkt ze nog
en ze zegt geen nee – hij loopt ‘n
eindje met haar mee.
Closer dan close – nee ‘t zal toch
niet – pakt hij haar plots ruw beet
en het stille verdriet schreeuwt
zich ’n weg naar buiten; ze trapt
tegen schenen, trapt tegen kuiten.
Thuis slaat ze ’n deur in het slot,
ze gaat er haast aan kapot.
Banger dan banger, dit kan zo niet
langer.
Ze hoort een blieb, iemand in ‘t
geniep stuurt ’n smerig appje,
zit verstrikt in z’n eigen webje.
Ze krijgt echt geen kick van ’n
verzonden dickpic – die wil
intimideren – gaat ze blokkeren.
Een schelden een dreigen, maar
zij zal niét meer zwijgen.
Negeren lukt haar niet – alle
volgende keren zal ze zich
verweren.
En bij ’n open gulp kruipt ze niet
meer in haar schulp.
En dán is er de dag waarop ze
strijdbaar wezen mag.
Met andere power-meiden zullen
ze niet meer naar adem happen,
niet meer lijden onder seksueel-
getinte-grappen, niet meer ver-
legen, niet meer gezwegen.
Gaan zich samenspannen, gaan
in protest.
Nu vormen zíj eens een groep,
staan met spandoeken op de
stoep voor gerechtigheid.
’t Was niet lang zoeken naar
pittige kreten, ze zúllen het
weten.
‘Hé stakker word toch eens
wakker, jij en je makker.’
‘Grensoverschrijder – van-‘t-
padje-glijder.’
Nu lopen jullie stuk op je eigen
laffe daden.
Laat me raden: je had het zo
niet bedoeld, maar zo anders
door ons gevoeld.
Door steeds weer handtastelijk
te worden staan wij hier nu met
zulke borden.
Door al dat ongewenste gedrag,
door al dat cyberpesten, vragen
wij ons nu af: wie zit er eigenlijk
nú in de nesten.