Wat gaat Rotterdam doen tegen het daklozenprobleem in stad? De winteropvang dagelijks openstellen? Of volkstuineigenaren, die hun huisjes zelf willen aanbieden aan daklozen in de winter, toestemming hiervoor geven? PvdA, ChristenUnie en GroenLinks hebben alle drie de ideeën om het daklozenprobleem aan te pakken in de stad, zo blijkt donderdagochtend uit het actualiteitendebat. Maar wethouder Ronald Buijt (Zorg, Ouderen en Jeugdzorg) ziet lang niet in alles heil.
Eind januari publiceerde OPEN Rotterdam een verhaal over volkstuinvereniging Eigen Hof in Overschie die extra maatregelen nemen tegen inbraken, omdat het aantal deze winter sterk is toegenomen. Het verhaal trok aandacht van de nationale media, maar ook van de politiek.
Met name van PvdA, ChristenUnie en GroenLinks. De drie Rotterdamse partijen schrokken van het verhaal en vroegen daarom een actualiteitendebat aan, dat donderdagochtend plaatsvond.
Schrijnend probleem
“Ik weet dat het een taai vraagstuk is, wat niet van de één op andere dag is opgelost, maar bent u bereid schouder aan schouder te staan met de Rotterdammers die daklozen een veilige plek willen geven?”, richt Astrid Kockelkoren van GroenLinks zich aan het begin van het debat tot de wethouder Buijt. Er zijn namelijk Rotterdamse volkstuineigenaren die bereid zijn hun tuinhuisje in de winter beschikbaar te stellen voor een daklozen. Alleen mág het overnachten op een tuinhuisje in Rotterdam momenteel niet. Iets wat Kockelkoren bijvoorbeeld graag zou zien veranderen.
Maar niet alle partijen voelen evenveel voor dat idee. “Het is inderdaad een schrijnend probleem. Tuinhuisjes waar Rotterdammers jarenlang voor gespaard hebben worden opgeschrikt als het blijkt dat in het huisje de kasten zijn doorzocht of een vreemde in hun bed heeft geslapen. Volgens Leefbaar is dit gewoon ordinaire inbraak. En dat is nooit oké”, zo zegt Caroline Aafjes-van Aalst van Leefbaar Rotterdam.
Op de vraag of Van Aalst, die ook zelf een tuinhuisje heeft, in de winter die van haar zou aanbieden voor een daklozen, antwoordt ze dan ook stellig nee. Volgens Van Aalst is dit ook een probleem wat al langer, volgens haar al zo’n dertig jaar, speelt in Rotterdam en wat niet nu ineens een nieuw probleem is.
Noodzakelijk feitelijk niet aan de orde
Ook wethouder Ronald Buijt kan zich niet vinden in de ideeën van de drie partijen. “Het is nooit goed te praten dat mensen inbreken”, is Buijt van mening. “Als we het gaan legitimeren dat mensen zelf rechter gaan spelen en zeggen ‘oké, nu ga ik inbreken’, maar waar ligt dan de grens?”
Volgens Buijt is de noodzaak voor deze groep daklozen ook feitelijk niet aan de orde. “We hebben een CO-pas (Als je recht hebt op opvang, krijg je een Centraal Onthaal-pas. Door de CO-pas kom je op de lijst voor een slaapplek in de nachtopvang, red.) we hebben een EU-opvang, waar in totaal 70 plekken in totaal zijn, die nog niet helemaal vol zit en we hebben feitelijk bijna een permanente winteropvang”, somt de wethouder op. “Dus het moment dat deze mensen dachten: laten we gaan inbreken, waren er nog zo’n 40 plekken over in de winteropvang.”
(Bijna) permanente winteropvang
Die bijna een permanente winteropvang, daar struikelt Kockelkoren juist over. Want als die bijna permanent is, waarom wordt de opvang dan niet gewoon helemaal permanent gemaakt tussen november en april?
“Er zijn regels aan de winteropvang verbonden”, begint de wethouder. “Als de gevoelstemperatuur rond nul is, dan gaat de opvang open. Dit is sinds de Kerst vrijwel constant het geval geweest. Die afspraken maken wij in den brede. Dus als de opvang in Rotterdam open is, is die ook op andere plekken open. En als wij dus eenduidig gaan afwijken van de landelijke afspraken, dan komt er een aanzuigende werking in Rotterdam en dat is de reden dat wij niet kiezen voor een permanente opvang.”
Focus op volkstuineigenaren
Maar als er volgens de wethouder in principe genoeg opvang is in Rotterdam, waarom voelen daklozen zich dan nog steeds genoodzaakt om in te breken? Dat is een vraag die bij Tjalling Vonk van de ChristenUnie onbeantwoord blijft. In het actualiteitendebat geeft de wethouder aan hier niet specifiek op in te kunnen gaan, maar hij geeft wel de toezegging om hier op een later moment achteraan te gaan en er schriftelijk op zal antwoorden.
Verder wil de wethouder zich vooral richten op de volkstuineigenaren, in plaats van op de daklozen: “Hoe kunnen we hen meer faciliteren? Aan die overlast en inbraken, daar moeten we paal en perken aan stellen.”