Midden in het centrum van Rotterdam, in de kleine zijstraatjes aan de Nieuwe Binnenweg, wonen een aantal Rotterdammers al jaren met plezier. Ondanks de regelmatige overlast van wildplassers of de aanwezigheid van drugsdealers, maken ze er het beste van. Ze hebben dan ook geen zin om te zeuren en steken zelf de handen uit de mouwen om de wijk op te leuken.
“Ik woon hier hartstikke prettig. Ik heb een heerlijk huis. Mijn kinderen zijn de deur uit dus het is groot zat. Ik maak heel vaak gebruik van de trein, tram en metro. Beter kan ik het niet hebben”, somt Tineke van Halderen op die in de Tuinderstraat woont. Het is niet alleen maar rozengeur en maneschijn. “Ik woon er nu 44 jaar en ik denk dat ik al zo’n 43 jaar de straat zo goed mogelijk probeer schoon te houden”, begint Tineke haar verhaal. “We hebben van de week de tuintjes geharkt. Nu ga ik met mijn bezem en stoffer en blik de straat door. Ik heb ook altijd handschoenen aan, want je vindt hier van alles. Dat is voor de hygiëne dus wel belangrijk.”
Het gekste wat ze ooit gevonden heeft is een alarmpistool. “En ook een keer een groot pakketje in een van de plantenbakken. We wisten niet wat het was, maar er bleek uiteindelijk pure heroïne in te zitten. Als ik dat had geweten, had ik het natuurlijk verkocht. Dan was ik nu rijk geweest”, grapt ze terwijl ze met haar bezem de straat schoon veegt.
Het is bijna therapeutisch voor de bewoners om de boel regelmatig op te ruimen. Zo steekt ook buurtbewoner Sandra van der Wens de handen uit de mouwen. “Het maakt mijn hoofd leeg. Ik kan wel op mijn balkon gaan zitten en me ergeren aan het straatvuil, maar ik kan net zo goed een vuilniszak en een grijper pakken. Dan ben ik die ergernis kwijt. Dat is het. Je kan er naar blijven kijken en eroverheen stappen, maar ja daar schiet je niets mee op”, verzucht ze.