In 2016 hebben Woonstad en de gemeente de wijk ‘de Wielewaal’ aan een projectontwikkelaar verkocht, met als plan om van de naoorlogse buurt uit 1949 een nieuwe woonwijk te maken. In 2020 werd duidelijk dat er ook daadwerkelijk begonnen mocht worden met de sloop. Een deel van de huizen in de wijk is sindsdien dichtgespijkerd, klaar voor de sloop. Maar ze staan er nog… Heel veel Wielewalers zien naar eigen zeggen hun woongenot steeds verder afnemen.
Jan Verschuren woont al zijn hele leven in de Wielewaal en vindt het moeilijk om te zien hoe de wijk verandert. “Zoals je ziet, is de situatie in de wijk nu zo dat er een gedeelte al gesloopt is, een deel is braakliggend terrein geworden waar ze bezig zijn met nieuwe fases. Het is een kinderrijke wijk geworden. Dat zie ik in mijn omgeving. Dat vind ik leuk. Maar ook voor die kinderen is er weer helemaal nergens rekening mee gehouden. Kinderen kunnen nergens spelen. Er is geen fatsoenlijk grasveldje, trapveldje, speeltoestel in de hele omgeving. Er zijn een paar wipkippen en dat vind ik zo verschrikkelijk”, vertelt Jan.
De Wielewaal is echt ons-kent-ons. Mensen groeten elkaar op staat. Ook Dick en Marja wonen al hun hele leven in de Wielewaal. Zij zijn erg blij met de transformatie die de wijk doormaakt. Het wonen is voor hun dan ook echt… “Heeerlijk”, stelt Dick hardop. “We hebben geen tocht meer in huis. De stookkosten zijn een stuk minder. Aan de overkant zijn allemaal andere mensen komen wonen”, vertelt hij over de nieuwbouw. Met andere mensen doelt hij op de mensen die echt nieuw in de wijk zijn komen wonen, dus niet zoals sommige in de Wielewaal geboren. “We hebben daarvan al een paar mensen ontmoet”, vult zijn vrouw Marja aan. “Die in het begin al meededen als er eens iets werd georganiseerd. Dus die mensen worden – als ze daar zelf behoefte aan hebben – opgenomen tussen de Wielewalers”, vertelt Marja.
De Wielewalers, het klinkt haast als een eigen bevolkingsgroep. En het DNA is sterk. Ellie woont al sinds 1951 in de wijk en woont in het oude gedeelte dat nog overeind staat. “Ik voel mij hier thuis. Hoor je die vogels?” vraagt ze zich hardop af. “Dat hoor je daar niet hoor”, vult Jan, die ook meeloopt, haar aan. “Onze woonsituatie is dat we tussen de krakers zitten. Maar ik ga ook niet weg. De leegstand is heel naar voor de Wielewaal-bewoners. Ik denk dat de reden daarachter is, dat ze hopen dat we daarom weggaan. Maar we gaan gewoon niet weg”, besluit Ellie.