Kevin verloor zijn ouders en oma door MH17-ramp: ‘De twee jaar erna was ik verdoofd’

@ziggy_rumfunk (Instagram)

Vader, moeder, oma. Kevins familie is nooit meer hetzelfde nadat vlucht MH17, precies tien jaar geleden op 17 juli 2014, neerstort. De vliegtuigramp kost 298 levens, onder wie drie familieleden van de Rotterdamse Kevin Fan. Hoewel het verdriet groot is, gaat hij meteen in overlevingsstand. Hij stelt zichzelf een doel: het trots maken van zijn ouders door het succes van familierestaurant Asian Glories in stand te houden. “Elk gaatje in mijn agenda plande ik vol.”

Het is midden 2014 wanneer Jenny Loh en Popo Fan het goedlopende restaurant Asian Glories runnen. Hun zoon Kevin Fan, een jaar eerder uitgeroepen tot Rotterdams Kooktalent, is druk bezig in de zaak die hij misschien ooit zal overnemen. Op bezoek is de oma van Kevin. Zij woont in Maleisië, maar maakt haar jaarlijkse bezoek aan Rotterdam. Traditiegetrouw brengen de ouders van Kevin zijn oma, als haar bezoek is afgelopen, terug naar Maleisië. Het is vlucht MH17, een vlucht die later bekend zal komen te staan als een van de grootste vliegtuigrampen ooit. “Ik denk nog elke dag aan hen”, blikt Kevin terug op die dag. “Precies tien jaar geleden. Bijzonder, maar ook normaal. Het gemis blijft elke dag hetzelfde. Waar zijn ze nu? Zijn ze ergens om me heen? Dat zijn eigenlijk de vragen die het meest door me heengaan.”

Overlevingsstand
De vlucht naar Maleisië is op dat moment het begin van een tweewekelijkse vakantie voor de werknemers van Asian Glories. Het restaurant is de trots van de familie en Kevin besluit zijn leven eraan te wijden. “Ik koos ervoor geen dag extra dicht te blijven. Elke dag extra dicht versterkt het gevoel dat het ongeluk is gebeurd. De naam Asian Glories moest blijven shinen. Ik wist dat mijn ouders dan trots zouden zijn. De eerste twee jaar ben ik alleen met de zaak bezig geweest. Ervoor zorgen dat er gasten zijn, ervoor zorgen dat het loopt. Ik was toen verdoofd. Doorgaan was de enige optie. Het voelde voor mij als de enige manier om het leed te verwerken.”

“In die eerste twee jaar voelde ik me net een robot”, vervolgt Kevin. “Ik had allerlei werkzaamheden en ging veel verder over mijn grens heen dan ik voorheen ooit had gekund. Ik was anders dan de jongen voor het ongeluk. Eerder was ik wat lakser, wist ik niet wat ik wilde en twijfelde ik over het overnemen van de zaak. Toen het ongeluk gebeurde, had ik geen keuze meer.”

Aan al zijn twijfels komt meteen een einde als zijn ouders komen te overlijden. Zonder begeleiding staat hij ineens aan het roer. “Ik was mezelf niet. Alsof ik geprogrammeerd was: alles wat op mijn bord kwam, deed ik. Het was een andere mindset, want ik dacht niet aan onnodige dingen. Ik zat al op de bodem, dus elke beslissing durfde ik te maken. Het was een soort overlevingsdrang, maar tegelijkertijd was het – hoe gek dat ook klinkt – de beste mindset om een zaak mee te draaien. Terugkijkend was ik gewoon aan het vluchten voor mezelf.”

Onzichtbaar
Op de werkvloer is het verdriet van Kevin weinig zichtbaar. “Ik heb wel mijn verdriet en huil erom. Maar dat doe ik in de auto naar werk of naar huis. Zo’n vibe wil ik niet meenemen naar de werknemers in het restaurant.” Juist het omgaan met zijn werknemers vindt Kevin soms nog lastig. “Dat zijn de momenten waarop ik graag mijn ouders om advies had gevraagd. Hoe houd je een team bij elkaar? Vroeger zou ik bij uitdagingen mijn ouders om hulp vragen, nu moet ik het zelf oplossen.”

Inmiddels draait het restaurant, tien jaar later, nog altijd op volle toeren. Begin dit jaar verhuisde Kevin naar een grotere locatie op de Westewagenstraat. Iets om trots op te zijn, al is dat stiekem. “Trots? Passief trots zou ik zeggen. Heel stiekem, diep van binnen. Met heel korte momentjes. Als het restaurant helemaal vol zit, ben ik een paar seconden heel trots en dan moet ik weer door met mijn werk. Ik ben streng voor mezelf op dat vlak. Mijn vader liet ook nooit zijn trots zien. Die heeft me geleerd dat je het niet voor een ander doet. Als ik trots ben, zeg ik dat tegen mezelf, maar zal een ander dat niet merken. Ik maak me altijd kleiner dan anderen. Mensen willen dan open zijn naar je, je accepteren en iets van je leren. Ik ben ook een mens met tekorten, maar ik werk hard voor wat ik heb. Verantwoordelijkheid nemen, compassie tonen, mensen accepteren zoals ze zijn: alles heb ik geleerd van mijn ouders. Ik ben mijn ouders.”