Nora van der Schoor schrijft in deze column over moederdag.
Moederdag is voor mij altijd al een van de drukste dagen van het jaar geweest. Waarom? Ik heb twee moeders.
En dat betekent op ik moederdag twee bloemetjes, twee kaartjes, twee ontbijtjes en ook altijd twee knutselwerkjes moest maken. Want op de tweede zondag van mei worden moeders door heel Rotterdam met basisschoolgaande-kinderen door hun kroost verwend met een macaroni ketting, zelfgekleid sieradenbakje of een zelf geverfd portret.
Op de kleuterschool begon de ellende. Ook al waren we motorisch nog niet ontwikkeld genoeg om ook maar iets te plakken en knippen, we moesten en we zouden knutselen voor onze moeders.
De overenthousiaste juffen hadden elk jaar weer een kleuterproof knutselwerk bedacht. Er werd dan een middag vrijgemaakt zodat de kleutertjes alle tijd hadden om er iets moois van te maken. Probleem: met twee moeders moet je ook twee knutselwerkjes maken. Dus in die luttele uurtjes dat de meeste kleuters met moeite één werk af kregen, moest ik er twee in elkaar zien te flansen. Deze knutselmiddagen bezorgden mij dus – zo jong als ik was – enorme stress. Want voor één kindje met twee moeders werd er heus niet extra knutseltijd vrijgemaakt.
In groep 1 werden de moeders van de kleuters van de Fatimaschool in Schiebroek verrast met een zelfgemaakte spiegel. Die moesten we maken van een glanzend zilverpapier. Maar door de tijdsdruk raakte ik in paniek en plakte ik per ongeluk op één van de twee werken het papier andersom, met de doffe kant van het papier naar voren. Dus moest mijn juf razendsnel het knutselwerkje opnieuw maken, zodat ik twee wel werkende spiegels had. En ik was beteuterd dat maar één van mijn twee moeders een door mijzelf gemaakte spiegel zou krijgen. En aan wie geef je die dan?
Maar die traumatische moederdagknutsel ervaring was nog niks vergeleken met die van groep 3. Deze keer moesten we soepbordjes versieren. Omdat ik wederom tijdnood had, raffelde ik mijn eerste soepbord af zodat ik door kon naar de tweede. Toen ik net aan mijn tweede wilde beginnen, griste de juf ineens mijn soepbord van mijn tafeltje af. Ze hield hem in de lucht zodat elke groep 3-er hem kon zien en zei luid: “Kijk, zo moet het dus niet he! Dit is veel te rommelig. Kun je deze niet opnieuw maken?” Ik kon wel door de grond zakken.
En zo ging het elk jaar opnieuw. Met jaloezie keek ik toe hoe mijn vriendinnetjes hun extra moederdag-knutsel-werk-tijd besteedden aan het perfectioneren van hun sieradenbakjes of moederdaggedichtjes. De mooiste en meest verfijnde details werden toegevoegd, terwijl ik dan verhit nog mijn tweede bakje zat te kleien. Ik was altijd teleurgesteld dat ik twee nét niet gelukte werkjes in cadeau moest doen.
Toen ik op de middelbare school kwam was ik verlost van de miserie: bruggers hoeven geen moederdagcadeau’s meer te knutselen. Vanaf toen kocht ik met mijn zuurverdiende bijbaantjesloon gewoon twee kadootjes.
Maar, ik heb altijd wel een middag vrij op vaderdag.