Nieuw Rotterdams Woonakkoord moet zorgen voor een eerlijker en betaalbaarder woningaanbod

13 van de 14 partijen van de commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte hebben samen het nieuwe Woonakkoord ondertekend. Het akkoord moet een startsignaal zijn voor het nieuwe beleid tegen de wooncrisis en is aangeboden bij Chantal Zeegers, wethouder Klimaat, Bouwen en Wonen. De tien opgestelde uitgangspunten vormen een richtlijn voor het opstellen van een vernieuwde (en volgens de commissie betere) Woonvisie.

Op social media delen de politieke partijen die betrokken zijn bij het Woonakkoord trots het moment van ondertekenen. Het voorstel is opgesteld en opgestuurd door 13 partijen, enkel Forum Voor Democratie ondertekent het Woonakkoord niet.

Het Woonakkoord bestaat uit tien uitgangspunten. Zo gaat het over de vergroting van de woningvoorraad om het woningaanbod beschikbaarder, bereikbaarder en betaalbaarder te maken. Ook ligt de nadruk op eerlijke en gelijke kansen bij het zoeken van een woning, waarbij misstanden tussen huurder en verhuurder nauwlettend in de gaten worden gehouden.

Lees hier de tien uitgangspunten van het Woonakkoord:

  1. Het woonbeleid van de gemeente Rotterdam is gericht op voldoende beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar woningaanbod voor alle Rotterdammers. Om dat te bereiken moet de woningvoorraad vergroot worden.
  2. Vanuit de invulling van artikel 22 van de Grondwet neemt de gemeente regie in het intensiveren en bevorderen van de samenwerking met en tussen partners in het woonbeleid en stuurt op beschikbare, bereikbare en betaalbare woningen.
  3. De gemeente draagt de verantwoordelijkheid te zorgen voor eerlijke kansen op een passende woning op de woningmarkt en voldoende woonruimte. De gemeente bewaakt het recht op wonen zoals dat is opgenomen in de Grondwet en internationale verdragen. Er is geen ruimte voor racisme of discriminatie op welke grond dan ook.
  4. Rotterdam sluit aan bij de toekomstige landelijke definitie voor het sociale segment. Vooruitlopend op een wettelijke verankering, hanteren we in Rotterdam de concept definitie uit de Memorie van toelichting op de wet Versterking Regie Volkshuisvesting, te weten:
    De nieuwe definitie van sociale huur zal in het Besluit kwaliteit leefomgeving onder de Omgevingswet worden opgenomen en hieronder valt:
    1. Een huurwoning: a. met een aanvangshuurprijs onder de grens, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag; b. welke bij aanvang zijn verhuurd aan huurders met een inkomen onder de DAEB- inkomensgrens; en c. bij een nieuwbouwwoning waarvoor op grond van een omgevingsplan, voorschriften bij een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit of een doelgroepenverordening een instandhoudingstermijn van 25jaar geldt, of waarvoor die instandhoudingstermijn anderszins is verzekerd.
    2. Huurwoningen in beheer bij een woningcorporatie en vallend onder de diensten van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 47 van de Woningwet.
  5. Naast nieuwbouwwoningen leggen we meer focus op vitaliteit, duurzaamheid en toekomstbestendigheid van de bestaande voorraad, gegeven het feit dat dit de grootste woningvoorraad is.
  6. Bij het toevoegen van woningen benutten we de bestaande bouw beter (zowel kwantitatief als kwalitatief). Dat doen we door meer ruimte te geven aan optoppen, splitsen, transformeren, woning delen en collectieve woonvormen.
  7. Rotterdammers worden betrokken bij het woonbeleid. Daarvoor wordt de wijze van participatie, (mede)zeggenschap en inspraak vanaf het begin van een project vastgelegd. Tevens werken we aan een stedelijk sociaal statuut waarin rechten van huurders worden vastgelegd.
  8. Wijken voor iedereen en werken aan gemeenschapszin: bij woonbeleid hoort zorgdragen voor voldoende voorzieningen en mee bouwen aan vitale gemeenschappen in de wijk. Vergrijzing is hierbij een specifiek aandachtspunt.
  9. Het begint met een dak boven je hoofd. De gemeente spant zich met het woonbeleid in om dak- en thuisloosheid te voorkomen en op te lossen, als eerste stap om erger te voorkomen.
  10. De gemeente stuurt actief op goed huren en verhuren en benut daarvoor het wettelijk beschikbare instrumentarium om misstanden te voorkomen.