Als het Nationaal Programma Rotterdam Zuid en de gemeente meer aandacht hadden gehad voor het vastgoed op de Beijerlandselaan en Groene Hilledijk, dan had dat de langdurige leegstand kunnen voorkomen of in ieder geval verkort. Dat laat Marco Pastors, directeur van het programma, weten in een reactie op het leegstaande vastgoed. OPEN Rotterdam schreef eind maart over acht van deze leegstaande panden en Leefbaar Rotterdam en de ChristenUnie stelden schriftelijke vragen.
“Het begint wel een beetje lang te duren. We moeten daar wat strakker op gaan letten. Dat als we het eenmaal verworven hebben, dat we in een gestaag tempo naar de nieuwe bestemming toewerken”, aldus Marco Pastors. Het Nationaal Programma is als sinds 2016 bezig met het verbeteren van de winkelstraat. Dat doen ze onder andere door vastgoed aan te kopen van criminele of slechte verhuurders met als doel dit vastgoed op te knappen en controle uit te oefenen over het soort ondernemers dat in de straat terugkomt. Uit onderzoek van OPEN Rotterdam blijkt dat er meerdere panden in de straat staan die al zeker zes jaar eigendom zijn van de gemeente en leegstaan.
Volgens Pastors zijn er meerdere redenen waarom deze leegstand zo lang duurt: “Ja, waarom lukt het niet… Het zijn veel panden, de bouwmarkt is helemaal overspannen dus goede aannemers vinden die het tegen een redelijke prijs willen doen kost ook tijd.” Hij kijkt ook kritisch naar de gemeentelijke organisatie: “Maar het heeft ook te maken met de aandacht die wij daar zelf als overheidspartijen aan geven. Die is tekortgeschoten, daar moeten we echt allemaal beter op gaan letten.”
Ook wat het tijdelijk verhuren van dit vastgoed betreft, geeft Pastors toe dat het beter en scherper geregeld had kunnen worden: “Ik weet daar in dit geval niet van of we er wel goed genoeg op gelet hebben.” In principe is Pastors voor tijdelijke verhuring, maar dat kan volgens hem niet altijd: “Dat wordt bekeken aan de hand van: wanneer gaat de echte verbouwing beginnen en wat kost het in de tussentijd. Soms moet er een heel nieuw keukenblok in, dan wordt het te duur. Maar ik denk wel, en daar zijn we inmiddels ook echt wel aan aan het werken: het heeft in een aantal panden wel echt te lang geduurd. Dat hadden we anders moeten oplossen.”
Bak Koffie
Vanessa Bruin (Leefbaar Rotterdam) merkte, samen met collega-raadslid Marcel Verhoef, de leegstand als eerste op toen een bak koffie ging drinken met een bezorgde bewoner: “We hebben denk ik twee uur rondgewandeld [op de Beijerlandselaan en de Groene Hilledijk], gesprekken gehad met ondernemers en ik ben daar enorm van geschrokken want ik trof daar gewoon een zestigtal lege winkelpanden met daarboven twee, drie etages met woningen die ook leegstaan.”
Belachelijk, vindt Bruin, in een tijd van grote woningnood: “In deze regio zijn er zo’n honderdduizend woningzoekenden, er wordt brand geschreeuwd in de Rotterdamse raad om woningen. Het zou prachtig zijn als we deze woningen voor tijdelijke verhuur kunnen gebruiken. Leegstaan en laten verpauperen is gewoon eeuwig zonde.” Op de vraag of er vanuit de raad dan wel genoeg controle is op de vastgoedaankoop van het NPRZ, antwoord Bruin: “Ik wist dat we met NPRZ bezig waren met het opkopen van panden, maar dat het deze staat is en zo lang leegstaat, dat wist ik niet.”
Volgens Bruin is het nu vooral belangrijk dat haar vragen snel beantwoord worden door de wethouder. Ze wil onder andere weten van wie al het vastgoed is en of er mogelijkheden zijn voor tijdelijke verhuur. Meerdere bezoeken van OPEN Rotterdam aan de Beijerlandselaan en Groene Hilledijk heeft inderdaad een lijst met leegstaande panden opgeleverd. Dat waren er geen zestig, zoals in de schriftelijke vragen van Leefbaar en de ChristenUnie staat, maar vierentwintig. In ieder geval acht van de leegstaande panden die OPEN daar aantrof, zijn van de gemeente.
Ondernemen en vertrouwen
Het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid werkt op de Beijerlandselaan en Groene Hilledijk onder de naam ‘Alliantie Hand in Hand’: “We doen het hier allemaal samen, Nationaal Programma is een samenwerking, en de Alliantie Hand in Hand is de samenwerking voor de Beijerlandselaan” aldus Pastors. Een aantal ondernemers in de straat geven aan dat ze op de hoogte zijn van het werk van Alliantie Hand in Hand, maar dat er veel eenvoudige verbeteringen zijn die wat hen betreft achterblijven. Parkeren is bijvoorbeeld nog steeds beperkt, en daarnaast geven veel winkeliers aan dat de leegstaande winkels in de straat ook niet bijdragen aan een fijne winkelstraat.
“De leegstand is een probleem. Er zijn ook weer andere ondernemers die zeggen: ‘Ja, ik vind het toch nog niet goed genoeg in deze straat, ik ga daar niet tussen zitten’”, aldus Pastors. Daarnaast wil hij ervoor waken dat panden opnieuw in handen komen van verkeerde huurders zodat er opnieuw criminaliteit in de straat komt: “Of dat er fastfood inkomt. Daar hebben we genoeg van in deze straat.”
Pastors wil, samen met de ondernemers die al in de straat zitten, controle uitoefenen op welke ondernemers er nu in de straat komen. “Betere ondernemers die ervoor zorgen dat winkelend publiek ook weer hier zijn boodschappen wil gaan doen, in plaats van in de Keizerswaard.” De ondernemers van tevoren scannen is een van de opties, maar dat is volgens Pastors nog een hele uitdaging. “We willen winkels op maat verhuren.” Dat betekent dat een ondernemer misschien wat minder huur hoeft te betalen in de eerste paar maanden, zodat ze de kans krijgen hun bedrijf op te bouwen.
Veel gebeurd
Hoewel er volgens Pastors al veel verbeterd is op de Beijerlandselaan, geeft hij ook aan dat sommige dingen lang duren omdat “het vertrouwen er nog niet is.” Op de vraag hoe dat kan terwijl het programma al sinds 2016 loopt, antwoord Pastors resoluut: “Ja, maar het Nationaal Programma is niet voor niets een 20-jarige aanpak. Dat is ook de reden dat het zo verloederd is. Er wordt vaak gezegd: ‘Dat duurt zo lang, daar kunnen we niet aan beginnen.’ Wij zeggen: als je dat blijft zeggen, gaat het alleen maar slechter.”
Volgens Pastors zijn de straten, ondanks de zichtbare leegstand, wel vooruitgegaan in de afgelopen jaren: “Waar we heel blij om zijn, is dat er zoveel panden inmiddels niet meer in handen zijn van verkeerde verhuurders – of verhuurders die geen goede plannen voor de panden kunnen ontwikkelen. En dat we die hebben kunnen verwerven. Dus er is eigenlijk al veel meer goed aan het gaan dan je kunt zien.” Volgens Pastors moet er de komende periode meer scherpte en aandacht zijn voor de winkelstraat: “We willen dat de leegstand in de komende tijd in een strakke streep wordt aangepakt. Weer bewoning, al dan niet met verbouwing. Dus dat gaat allemaal niet in een of twee maanden, maar zeker in de loop van dit jaar gaan we heel veel oplossen.”