Al maanden is er commotie rondom het Olympisch zwemmen in de Franse Seine deze zomer. De kwaliteit van het water van de rivier zou namelijk een gevaar zijn voor de zwemmers. De Franse overheid heeft al meer dan een miljard euro geïnvesteerd in het reinigen van de rivier. Uit protest tegen dit beleid zijn de Parijzenaren van plan om massaal in de rivier te poepen, op het moment dat de president zou gaan zwemmen in de rivier. Het geld zou namelijk volgens hen beter aan andere dingen besteed kunnen worden. Maar hoe zit het nou met de Nieuwe Maas? Is onze versie van de Seine wel geschikt voor de Olympische Spelen? Verslaggever Nika test het samen met Erik van Loon, oprichter van Rotterdam Swim. “Het is eigenlijk best wel lekker”, vindt Nika.
Erik van Loon organiseert jaarlijks het Rondje Noordereiland. Met de opbrengsten van dit evenement dragen zij bij aan het schoonhouden van de Nederlandse rivieren. Maar aangezien de afgelopen jaren dit zwemevenement niet door kon gaan, konden ze ook geen tijd en geld besteden aan het rivierwater. Dit jaar hoopt Erik wel weer met een groep Rotterdammers de Maas in te mogen.
‘Binnen een week tijd kan er een hoop veranderen’
Gelukkig voldoet het water van de Nieuwe Maas vaak wel aan de eisen. “Het water van de nieuwe Maas is ontzettend schoon, vooral in vergelijking met dat van de Seine”, vertelt Erik. Voorafgaand aan een zwemtocht rondom het Noordereiland wordt het water niet getest. “De Nieuwe Maas is een stromende rivier. En aangezien het een week duurt voor we de uitslag hebben van een test, kan er al ontzettend veel veranderd zijn. Daarom testen we alleen op de dag van het evenement. Als mensen dan ziek worden, kunnen we de uitslagen meegeven aan het ziekenhuis. Maar gelukkig is dit nooit nodig geweest”, zegt de enthousiaste zwemliefhebber.
Slecht weer of niet, Erik springt gewoon het water in: “Het is leuk omdat het iedere keer van smaak verandert. Het water is gewoon spectaculair en geen dag hetzelfde.” Ook Nika vergezelt hem: “De temperatuur van het water is best lekker en het voelt ook helemaal niet vies.”