Het aantal opengetrokken prullenbakken is een relatief klein probleem, blijkt uit de cijfers van de Nationale Prullenbakteldag. Sinds de invoering van statiegeld op blikjes en flesjes is de overlast door afval regelmatig in het nieuws. Heel veel prullenbakken zouden worden opengetrokken door mensen die de blikjes en flesjes verzamelen. Maar van de 674 prullenbakken die in Rotterdam werden gefotografeerd voor de nationale telling, waren er maar 40 open of kapot. Dat is dus maar zes procent.
Tijdens de Nationale Prullenbakteldag op zondag 3 november gingen mensen de straat op om prullenbakken in hun buurt te fotograferen. Rotterdammers dus ook. Op zondag is de hoeveelheid afval in openbare prullenbakken vaak het beste te zien. Dit vanwege drukte in de stad op zaterdag. De foto’s van prullenbakken stuurden deelnemers op naar organisatoren Dik Groot, de Zwerfinator, en Merijn Tinga, de Plastic Soup Surfer. Zij brachten de informatie vervolgens in kaart.
Over het landelijke onderzoek vertelt Groot: ‘Sinds de invoering van statiegeld vind ik in mijn onderzoeken 80% minder blikjes en plastic flesjes en deze afname zie ik ook in mijn onderzoeken naar de inhoud van prullenbakken. De gemiddelde bak is gewoon nog heel en juist veel minder vol dankzij statiegeld, maar dat laatste ziet en weet bijna niemand.’ De prullenbakken die in Rotterdam kapot of open waren, stonden veelal in ‘smerige gebieden waar de prullenbakken sowieso al overvol waren’, vertelt hij.
Volgend jaar zal er weer een Nationale Prullenbakteldag plaatsvinden. ‘Het is interessant om volgend jaar nog eens te kijken of maatregelen zoals statiegeldbakken een verschil hebben gemaakt’, zegt Groot.