Op 37-jarige leeftijd overleed, Rosa, de dochter van Pastoor Los. Hij schreef een boek, Rouw op mijn dak, over het verlies als een eerbetoon aan haar. Het boek staat vol herinneringen aan zijn leven. Wij gingen met hem naar Pernis waar hij zijn eerste levensjaren doorbracht.
Tot zijn vierde levensjaar woonde Martin Los aan de Uiterdijk in Pernis. Daarna verhuisde zijn gezin naar Charlois. Martin voelde altijd veel verdriet bij zijn moeder, maar hij wist niet waarom. Later vertelde ze dat Martin nog een oudere broer heeft gehad, maar hij is overleden. Daarom speelt Pernis een belangrijke rol in zijn boek: “Omdat ik in mijn boek de ziekte en het overlijden van mijn dochter beschrijf en ook de rouw die we daarna meemaakten, was het voor mij belangrijk om te beseffen: hé, ik ben lotgenoot van mijn ouders geworden die ook een kind verloren hebben.”
In Pernis ging Martin met zijn ouders naar de Protestantse Eben – Haëzerkerk. Later twijfelde hij tussen de studio psychologie en theologie. Uiteindelijk koos hij voor theologie: “Ik vond het als kind altijd spannend. Je zag mensen van allemaal rangen en standen bij elkaar. En je zag een dominee die zijn best deed een preek te houden. Die soms bezweet was van alle inspanning die dat kostte.” Na zijn studie predikte hij voor de Protestantse kerk, maar later maakte hij de overstap naar de Katholieke kerk.
Tijdens zijn werk heeft hij al veel te maken gehad met rouw. Zelf kreeg hij er mee te maken toen zijn dochter Rosa de diagnose longkanker stadium vier kreeg: “Toen ze zelf belde, dat vonden we al zo knap en dapper, klapten wij allemaal in. Mijn vrouw en ik, heeft ze als eerste gebeld.” Na een ziektebed van acht maanden overleed Rosa. Martin ging daarna met zijn vrouw naar Zeeuws-Vlaanderen. Hier kreeg hij de ingeving om het boek te schrijven. Hij wist dat 37 hoofdstukken moesten zijn, omdat zijn dochter op die leeftijd gestorven is.