Eigenlijk kwam hij er per toeval achter. Gavin studeerde aan de Willem de Koning, schreef korte ‘kneuzige’ liedjes en deed aan spoken word. Tot hij in 2018 tijdens Spraakuhloos stiekem drie liedjes mocht zingen en hij het publiek aan het lachen maakte. “Toen men moest lachen om wat ik deed, dacht ik: ‘Oh, maar misschien maak ik wel cabaret?’.”
Gavin maakte een lied over de jongen die hem pestte op de middelbare school ‘Bas Peterse’ en op welke manier hij wraak zou kunnen nemen: “Of ben je mij vergeten? Hoe je mijn hele leven verklootte elke dag, maar steeds vaker verlang ik naar wraak dus pijpte ik je vader. Pa Pa Pa.” Een vrolijk en tegelijkertijd typisch voorbeeld van de humor van de 25-jarige Gavin Reijnders. Hij is pas vijf jaar bezig in het vak, maar het gaat sindsdien best snel: “Ik had niet verwacht dat het zo aansloot bij cabaret. Ik weet nog dat ik toen het podium afliep en dacht: ‘Shit. Nu moet ik dit nog veel vaker gaan doen en dat is helemaal niet makkelijk’.”
‘Ongemerkt veel gedaan’
Gavin verhuisde in 2016 vanuit Twente naar Rotterdam om hier te studeren aan de Willem de Koning. Naast zijn grappen en grollen werkt hij als grafisch vormgever. Door zijn optreden tijdens Spraakuhloos, een terugkerend evenement waarin woordkunst centraal staat, heeft Gavin ongemerkt al veel gedaan de afgelopen jaren. Nu maakt hij zijn eigen webserie Muntthee Meiden, heeft hij op Lowlands gestaan en won hij vorig jaar oktober het tv-programma Ik Ga Stuk. Als onderdeel van de finalistentour gaat hij door het land en dus waren ze vorige week ook in het Oude Luxor. In het najaar zal zijn eerste eigen solovoorstelling van start gaan.
‘Ukelele: van schattig naar goor’
Een inmiddels vast onderdeel in Gavin’s optredens is zijn ukelele. Een klein gitaartje perfect voor zijn kneuzige korte liedjes. “Dat voelde eerst niet als iets professioneels. Maar toen ik daar steeds beter in werd, werden het uiteindelijk wel traditionele kleinkunst liedjes.” Met zijn ukelele speelt hij makkelijk met verwachtingen en onderbrekingen. “Ik heb hele lieve akkoordjes of eerste zinnetjes en dan maak ik een complete bocht naar hele gore vieze grappen. Ik merk dat ik dat heel erg leuk vind. Hele lieve liedjes met een gore ondertoon.”
In bovenstaande video praat OPEN Rotterdam ook met Tomáš de Paauw. Hij gaf Gavin een les in spoken word en bracht hem naar Studio de Bakkerij: “Gavin houdt zware onderwerpen simpel en behapbaar.”
‘Boost in zelfvertrouwen’
Het programma ‘Ik Ga Stuk’ heeft het nodige zelfvertrouwen in Gavin weer hersteld. “Ik ben nooit een heel zelfverzekerd iemand geweest en zeker niet met optreden. Wanneer het serieus wordt, heb ik toch een beetje dat ‘imposter syndroom’. Na de pandemie was ik ook gewoon de connectie kwijt met wat ik wilde in dit vak.” Door het programma leert hij weer te houden van het maken: “Het hoeft ook niet het allerbeste ooit te zijn. Het mag ook gewoon een kneuzig liedje zijn met een ukelele. Het moet gewoon iets zijn en je moet het gewoon gaan doen.”
“Artiest zijn is niet leuk. Het is doodvermoeiend, het betaalt slecht en je gaat continue van plek naar plek. Maar vijf procent van je tijd sta je op dat podium en dat moet zo leuk zijn dat het de rest van de percentages goed maakt.” Zonder dat-ie het zelf te ‘over-sentimenteel’ of ‘goor’ wil laten klinken is Gavin best wel trots op zichzelf: “Wat ik in de laatste vijf jaar allemaal heb mogen doen terwijl er een pandemie gaande was. Dat kneuzige jongetje van toen ben ik eigenlijk nog steeds en ik ben best wel blij dat het zo veilig begonnen is.”
‘Grof en cynisch’
En over Rotterdammers? Hij is voorzichtig om zichzelf er één te noemen, maar: “Rotterdammers begrijpen mijn humor gewoon. Dat cynische. Dat grove en af toe dat poëtische. Het mooiste vind ik dat je hier niet echt iets hoeft te zijn. Iedereen is gewoon een beetje met zichzelf bezig en dat waardeer ik heel erg aan Rotterdam. Ze houden wel van een randje en ik ben nog nooit te grof geweest hier.”