De Rotterdamse aanpak van overlast door de eikenprocessierups lijkt te werken. In verschillende delen van Nederland zorgde het beestje de afgelopen week namelijk wel voor overlast, maar in Rotterdam vooralsnog niet. In de maanden mei, juni en juli is de eikenprocessierups vooral actief. De rups kan zorgen voor klachten zoals jeuk, rode ogen en benauwdheid door zijn brandhaartjes. Maar de gemeente Rotterdam zet onder meer natuurlijke vijanden in van de eikenprocessierups. De koolmees bijvoorbeeld, eet de rups. Daarom heeft de gemeente vogelhuisjes opgehangen in de buurt van eiken waar de rupsen veel voorkomen.
Dat is niet het enige. Ook heeft de gemeente zogenaamde vlinderfilterkasten opgehangen. Dat zijn kasten met gaatjes, waarin nesten van de eikenprocessierups worden gelegd. Die kunnen er vervolgens niet meer uit. De sluipwesp is nog zo’n natuurlijke vijand die ook in die kasten komt om eitjes te leggen. Om de sluipwesp te verleiden in de kastjes hun eitjes te leggen, heeft de gemeente onder eiken bloembollen gepoot en kruidenmengsels gezaaid die het insect aantrekken. De wespenlarven eten vervolgens de rupsen. Die nieuwe generatie wespen kan vervolgens weer wel door de gaatjes naar buiten vliegen.
De gemeente houdt al vanaf 2019 de situatie rond de eikenprocessierups goed in de gaten en doet ook mee aan een landelijk onderzoek van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LNV).