De Verkeersonderneming heeft vier maanden onderzocht hoe wij Rotterdammers ons in de stad verplaatsen. Honderd Rotterdammers kregen vier maanden lang een reisbudget van tweehonderd euro voor het ov, de watertaxi of deelvervoer. De gemaakte reizen zijn gemonitord en er zijn interviews en enquêtes gehouden.
Uit het onderzoekt blijkt dat de manier waarop je reist afhankelijk is van hoeveel je verdient. Rotterdammers met meer geld hebben doorgaans een auto en gaan minder vaak met het OV. Toch maakten deelnemers met een hoger inkomen meer van het reisbudget op, omdat zij minder, maar duurdere reizen met de deelauto en de trein maakten, terwijl deelnemers met een laag inkomen meer goedkopere ritjes maakten met de tram, metro en bus.
Zeventig procent van de deelnemers, zelfs tachtig procent van de autogebruikers, ging anders reizen. Autobezitters vervingen de ritten met hun auto niet 1-op-1 door deelauto’s, maar onderzochten bewust wat het beste paste bij hun reis. Het autogebruik is dus sterk omlaag gegaan. Zo is de helft van de autogebruikers afgestapt van de auto als vervoermiddel. Twee deelnemers hebben zelfs hun auto verkocht na het experiment.