Het kan je niet ontgaan zijn: de afgelopen weken heeft iedereen het over Palestina, Gaza en Israël. Rotterdammers gaan massaal de straat op om aandacht te vragen voor de slachtoffers in Gaza. Sinds het oplaaien van het conflict zijn er namelijk al meer dan 15.000 Palestijnen gedood door aanvallen van Israël. En ook voor de ruim 1400 slachtoffers van de aanval van Hamas in Israël op 7 oktober wordt aandacht gevraagd.
Het publieke debat over Gaza en Israël is verhit en roept bij veel Rotterdammers vragen op. Wat is er precies aan de hand? Moeten we een kant kiezen? Wat kan ik wel en niet vinden? Op die vragen geven drie Rotterdamse experts antwoord in ‘Objectief Gesproken over Gaza’; Rechtssocioloog Jeff Handmaker, Universitair hoofddocent Communicatiewetenschappen Jiska Engelbert en advocate en expert internationaal recht Mona Shaaban beantwoorden de vragen vanuit hun eigen expertise.
Conflict, oorlog of genocide?
Veel mensen en media spreken over een ‘conflict’, maar dat is volgens Jeff Handmaker te makkelijk: “Het is natuurlijk al duidelijk dat er een conflict bestaat, een militair conflict, een religieus conflict, een politiek conflict. Maar wat mensen missen is de veel grotere context waarin dit conflict bestaat. Er is bijvoorbeeld al sinds 1948 een langdurige impasse tussen Israël en Palestina. Dus Israël als staat en Palestijnen als volk.” Het is volgens hem daarom belangrijk om de grotere context mee te nemen.
Advocate Mona Shaaban geeft ook aan dat er wel gesproken kan worden van een oorlog, maar dat er bij het voeren van oorlog wel regels zijn: “Bij een oorlog horen spelregels, bijvoorbeeld: je mag geweldaanvallen of dreiging van geweld afwenden met geweld. Maar dat geweld moet proportioneel zijn, voldoen aan regels die zijn opgesteld in het humanitair oorlogsrecht, mensenrecht, internationale recht. Op het moment dat burgers worden getarget, burgerdoelen worden aangevallen, burgerdoden voor lief worden genomen, dan is er sprake van schending van het oorlogsrecht.”
Ook zeggen alle drie de experts dat er gesproken kan worden van een genocide. Zo geeft Mona Shaaban aan: “Er zijn berichten, memo’s, uitgelekt waaruit blijkt dat er toch achterliggende plannen van Israël worden geopenbaard. Daaruit volgt dat er wordt gezegd: ‘we willen de Palestijnen uit Gaza drijven, we ze naar Zuid-Egypte sturen.’ Daarnaast zijn er ook berichten over het behandelen van Palestijnen als dieren en het uitroeien van Palestijnen. Dan is er sprake van genocide. Het is een bewuste actie om Palestijnen uit te roeien.” Universitair hoofddocent Jiska Engelbert benadrukt dat en geeft daarbij ook aan dat als je met een wetenschappelijke blik naar de situatie kijkt, er ook gesproken kan worden van een genocide.
De rol van onafhankelijke media
Jiska Engelbert ziet dat de media het sinds het oplaaien van het conflict op 7 oktober al lastig vindt om te benoemen wat er gebeurt. “We moeten weten hoe de onvoorwaardelijke steun voor de staat Israël in Nederland al vanaf het begin georganiseerd zit. Kritiek op Israël is nooit mogelijk. De journalistiek is dat gaan overnemen.” Volgens Jiska is er echt nog wel ruimte binnen de media om te benoemen wat er feitelijk gebeurt. “En als ik zou moeten duiden waar toch geprobeerd wordt om tegen de stroom in te gaan en deze woorden wel te gebruiken, om het leed te eren dat de Palestijnen ervaren, dat gebeurt voornamelijk in de linksgeoriënteerde takken van de wetenschap en media.”
De rol van Nederland
Ook de rol van Nederland als staat en welke rol de Nederlandse overheid zou moeten innemen staat hevig ter discussie. Zo stemde Nederland op 28 oktober niet mee met een resolutie over een staakt-het-vuren tussen Israël en Gaza in de Verenigde Naties. Daar werden toen zowel in Nederland als in de wereldgemeenschap grote vraagtekens bij gezet. “Nederland heeft niet tegen gestemd, die heeft gewoon niet gestemd. Dat is een teken dat ze niet voor humanitaire code staan?” vraagt Jeff Handmaker zich af.
“Bruggen, ziekenhuizen, scholen, wegen worden gebombardeerd en daarmee vergroot je de kans op het treffen van burgers. Daar is de Nederlandse ambassade in Israël heel kritisch over, maar ook over de houding van Nederland als staat daarin. Het feit dat het disproportionele geweld niet genoemd wordt [vanuit de Nederlandse overheid], de houding van de minister-president dat er wordt vertrouwd dat Israël de regels wel naleeft en de afzijdige houding waarin geen oordeel wordt geveild over het handelen van Israël tegen het licht van internationale wetten.”
Mona Shaaban zegt daarover: “Nederland moet als lidstaat er zorg voor dragen dat Israël zich houdt aan de regels en moet ook luisteren naar de geluiden van bijvoorbeeld de rijksambtenaren die zich hebben uitgesproken tegen de houding van Nederland. Daarnaast heeft Nederland ook een verplichting om ervoor te zorgen dat het oorlogsrecht wordt nageleefd. Voor het staakt-het-vuren stemmen zou een belangrijke stap zijn geweest. ”
‘Het is te complex’
Wat sinds de aanval van Hamas in Israël ook vaak te horen is, in de media en de publieke discussie, is dat de situatie te complex zou zijn om er iets van te vinden. Onnodig vindt Jiska Engelbert: “Wat je ziet, is dat de complexiteit van het conflict steeds benadrukt wordt, maar ook als reden wordt gebruikt om iets niet uit te hoeven leggen, of geen uitspraken over te hoeven doen of iets niet in beeld te brengen, of bepaalde ontwikkelingen niet te berichten.”
Jiska benadrukt dat al die nuances en perspectieven niet duidelijk maken wat er nu precies aan de hand is. “Maandag in OP1 krijgen we het rechtse perspectief en als BNN de avond verzorgt, krijgen we een heel ander perspectief en zo ontstaat het idee dat alle kanten gedekt worden. Maar dat maakt het niet zichtbaar wat voor een enorme catastrofe zich op dit moment nu aan het ontvouwen is in Gaza.” Maar Jiska heeft wel een duidelijk advies:
“Het allerbelangrijkste wat Rotterdammers kunnen, doen is kritische vragen stellen.”
Ook om de leus ‘From the river to the sea, Palestine will be free’ is veel te doen. Volgens sommige mensen zou dat betekenen dat er wordt gevraagd om vrijheid en gelijke rechten voor de Palestijnen in Israël en de wereld. Maar volgens andere mensen wordt hiermee het bestaansrecht van Israël in twijfel getrokken. Maar Mona Shaaban geeft aan dat de rechtbank in Amsterdam in 2022 heeft geoordeeld dat dat laatste, in ieder geval wettelijk, niet het geval is: “Het is bevestigd door de rechtbank Amsterdam dat het niet haatdragend is. Het is vrijheid van meningsuiting.”
Jeff Handmaker: “Er zijn veel misverstanden over deze leus. Ik heb een artikel erover geschreven in de Volkskrant samen met twee anderen. Voor iemand die komt uit de mensenrechtenhoek is het een leus van vrijheid, van gelijkheid. Alle mensen tussen de Jordanië rivier en de mediterrane zee hebben recht op gelijkheid. Voor sommige joodse mensen betekent het juist het einde van hun vrijheid en leven en dat maakt het dreigend.”
Een controversieel standpunt
Rotterdammers vragen zich af wat ze nou mogen vinden en wat niet. Mona Shaaban zegt dat slachtoffers aan welke kant dan ook onwenselijk zijn. “Wat nu vooral polariserend werkt, is dat het uitspreken over de misdaden die nu plaatsvinden dat dat wordt gezien als het kiezen van een kant.”
Ook Jiska heeft daarover een mening: “In plaats van het over de pro-Palestijnse kant te hebben, kunnen we ook zeggen dat zijn vooral Rotterdammers die zich enorm zorgen maken over de onrechtvaardigheid die ze zijn, maar ook de sociale onrechtvaardigheid en de eigen zorgen die ze herkennen in onze samenleving.”