Rotterdamse Shareaty start petitie voor voedselhubs: ‘Verzamel overproductie en steun lokale wijkkeukens’

De Rotterdamse organisatie Shareaty is een petitie gestart voor het oprichten van regionale voedselhubs. Er is volgens oprichter en directeur Berend Maten namelijk meer dan genoeg voedsel, maar om het bij alle lokale initiatieven te krijgen is niet altijd even eenvoudig. En juist daar kan zo’n hub bij helpen.

Het gebrek aan voedsel is volgens Berend dan ook voornamelijk een logistiek probleem. Er wordt in Nederland gemiddeld ongeveer 2 miljard kilo voedsel verspild. “Je hebt een deel overproductie bij de boer, dan heb je een groothandel en die kan niet alles kwijt, dan heb je het distributiecentrum waar wat achterblijft, dan heb je de winkel met ook weer verschillende distributiepunten. Daar blijven allemaal dingen plakken”, aldus Berend.

De petitie pleit voor structurele overheidssteun voor het realiseren van regionale voedselhubs die sociale horeca op grote schaal voorzien van voedseloverschotten. Op de website is te lezen dat op dit moment 70 procent van de mensen die voedselhulp nodig heeft, wordt bereikt door sociale voedselinitiatieven in een stad als Rotterdam. De voedselbank bereikt 30 procent van deze groep. Deze sociale initiatieven ontvangen geen structurele overheidssteun en zijn afhankelijk van voedseldonaties. Het netwerk voor het werven van deze donaties ontbreekt vaak, evenals de middelen zoals koel- en opslagruimte. Een regionale voedselhub zou het mogelijk maken om grote hoeveelheden voedseloverschotten aan te nemen, gekoeld op te slaan en te distribueren naar sociale organisaties.

Verzamelpunt
Heel veel voedsel is theoretisch gezien voedselrest, maar ‘het is echt prima voedsel’, zegt initiatiefnemer Berend. Met een regionale hub ontstaat er een centraal punt waar al dat eten wordt verzameld en waar klein wijkinitiatieven vervolgens aan kunnen kloppen voor pakketten of ingrediënten voor wijkkeukens. “We leveren in Rotterdam nu al aan Thuis in Charlois, aan Elly in Zevenkamp, aan de islamitische voedselbank, Wijkpaleizen, buurtmaaltijden en buurthuizen. Als we een groot centraal punt hebben in de stad, zouden we nog meer kleine initiatieven kunnen helpen.”

Juist in Rotterdam is dat volgens Berend hard nodig: “In Rotterdam zijn 55.000 huishoudens die onder de armoedegrens leven, en een deel daarvan hebben ook voedselarmoede.” In andere Europese steden en landen zijn dit soort punten heel normaal. “Vorig jaar hebben wij al 200.000 kilo eten verwerkt, maar met dit soort hubs kunnen we nog veel meer de overproductie en resten aan mensen geven die het hard nodig hebben.”