Rotterdamse studenten teleurgesteld door hoogte tegemoetkoming: ‘Machteloze situatie’

Archiefbeeld

De pechgeneratie studenten hoeft niet op meer compensatie te rekenen dan tot nu toe is toegezegd. Het kabinet trekt 1 miljard uit voor deze groep studenten, wat neerkomt op een tegemoetkoming van ongeveer 1400 euro per persoon. “Ze hebben geen geld om ons goed te compenseren, maar wel geld om de volgende generatie te compenseren? Ik snap het niet”, vertelt Rotterdamse pechgeneratie student Doris.

In september 2015 werd de basisbeurs vervangen door het leenstelsel. Studenten kregen niet langer allemaal dezelfde basisbeurs (279,14 euro voor uitwonenden en 100,25 euro voor thuiswonenden), maar konden maandelijks geld bijlenen bij DUO. Gemiddeld hebben deze leenstelselstudenten hierdoor een schuld van per student 27.000 euro opgebouwd. in 2022 zaten ruim 300.000 studenten hier zelfs boven.

De 24-jarige student Doris begon in 2017, twee jaar na de invoering van het leenstelsel, met studeren. Tijdens haar honoursopleiding aan University College Utrecht leende ze rond de 400 à 500 euro per maand. “Toen had ik het extra geld wel echt nodig”, vertelt ze.

Alle voordelen misgelopen
Niet alleen moest Doris lenen om haar studie te kunnen volgen, ook liep ze net de in 2018 ingevoerde korting voor het eerste collegejaar mis. “In 2017 begon ik met pedagogische wetenschappen. Toen was het collegegeld voor het eerste jaar nog zonder korting. Toen ik een jaar later wisselde van opleiding en begon aan University College Utrecht, en dus ook eerstejaars was, kreeg ik de korting niet. Ik had namelijk al één jaar gestudeerd, dus ik had pech.”

Nog meer pech hebben de leenstelselstudenten als ze een hypotheek willen aanvragen. In 2015 maakte de overheid de belofte dat een studieschuld niet zou meetellen bij een hypotheek. “Maar in de praktijk blijkt dat nu toch anders”, verzucht Doris.

Voor studenten die het financieel moeilijk hebben stelde de overheid vanaf 2015 een aanvullende beurs beschikbaar. Maar of je een aanvullende beurs krijgt en de hoogte ervan, hangt af van het inkomen van je ouders én of je broers of zussen hebt. “Er ontstaan scheve situaties erdoor. Doordat er enkel gekeken wordt naar het inkomen van de ouders, komt het geld niet altijd terecht bij de mensen die het echt nodig hebben”, vindt Doris.

Basisbeurs keert terug
Al vanaf het begin kon het leenstelsel rekenen op veel kritiek. Het leenstelsel, in tegenstelling tot de beargumentatie van de PvdA in 2015, leiden tot méér financiële ongelijkheid. Begin 2022, zeven jaar na de invoering van het leenstelsel, werd dan ook besloten de basisbeurs terug te brengen.

Vanaf komend jaar kunnen studenten weer aanspraak maken op een basisbeurs. Voor uitwonende studenten gaat dit om 274,90 euro. Thuiswonende studenten krijgen 110,30 euro per maand, zo meldt de Rijksoverheid. Voor de Rotterdamse oud-filosofiestudente Tereza voelt dat oneerlijk: “De generatie voor ons kreeg studiefinanciering, de generatie na ons ook én het eerste collegejaar werd precies het jaar na mij, in 2018, 1000 euro goedkoper. Het voelt alsof mijn generatie telkens de voordelen misloopt.”

Doris sluit zich hierbij aan. Het geld dat het leenstelsel zou opleveren, zou tevens worden geïnvesteerd in het onderwijs. “Maar ik heb niet het idee dat dit gebeurd is. Ik heb juist het idee dat het onderwijs de afgelopen jaren achteruit is gegaan.”

Compensatie voor de pechgeneratie
Om de generatie studenten te compenseren die tussen 2015 en 2023 hebben moeten lenen, keert de overheid eenmalig 1400 euro uit. “Voor mij is dat een tiende van mijn schuld. Ik heb best wel geluk gehad met mijn schuld, maar ook voor mij is de compensatie niet echt toereikend.” Zowel Doris als Tereza zouden daarom allebei het liefst een hogere compensatie zien. “Ze hebben geen geld om mijn generatie te compenseren, maar ze hebben wel het geld om de volgende generatie compensatie, met de basisbeurs, te bieden. Er zal vast een reden voor zijn, maar die wordt niet gecommuniceerd”, uit Doris haar frustratie.

Ondanks het luide protest vanuit de studenten en verschillende politieke partijen, lijken de regeringspartijen niet meer dan deze 1400 euro per student te willen uitkeren. “Het voelt als een machteloze situatie”, geeft Tereza toe.