Sam Ragab verkocht vroeger kilo’s echt vlees als slager in het bedrijf van zijn vader. Een paar jaar geleden de overstap naar de productie van veganistisch vlees, omdat zijn vriendin vegan werd: “Tijdens onze gesprekken moest ik steeds vaker toegeven dat ik iets recht probeerde te praten dat krom was.”
“Ik at 500 à 700 gram vlees dag. Dat is vrij veel, maar het was altijd overal om me heen”, vertelt Sam. Hij groeide op met vlees. Hij verkocht de grote rollen kebab die je altijd ziet staan bij de kebab zaak om de hoek. Zijn vrouw werd als eerste vegan en na lang twijfelen gaat Sam ook overstag. Hij verandert zijn bedrijf en na twee jaar experimenteren met ingrediënten en recepten, start hij met de verkoop van vegan kebab en shoarma.
Zijn vleesvervangers vind je niet in de supermarkt, maar bij kebabzaken en restaurants door de stad heen. “De kebab wordt gemaakt van tarwe”, vertelt Sam. “Dat is een goede vleesvervanger omdat het een goede bite heeft. Dat is belangrijk.” Sam denkt met zijn vlees verleden echt wat toe te kunnen voegen aan de vegan producten. Hij snapt namelijk wat belangrijk is, hoe het product op smaak komt en wat de klant wil.