De vrijwilligers van Speelcentrum Weena waren heel even hoopvol: misschien dat mensen deze keer wél als vrijwilliger willen werken bij de speeltuin. Anderhalve maand nadat OPEN op bezoek was bij het speelcentrum, zijn er wel wat aanmeldingen geweest, maar weinig waarmee ze uit de voeten kunnen. “Mensen zeggen dat ze willen helpen, maar vervolgens merken we er helaas weinig van”, zegt vrijwilliger Mirjan de Brouwer.
Speelcentrum Weena zit krap met hun vrijwilligers, héél krap. Als er geen mensen worden gevonden die zich in willen zetten voor de speeltuin in het centrum van de stad, dan wordt het steeds moeilijker om de speeltuin open te houden. Een handjevol vrijwilligers, van wie een deel rond de pensioenleeftijd zit, houdt de speeltuin nu draaiende, terwijl de bezoekersaantallen elk jaar toenemen.
Geen tijd
OPEN Rotterdam besloot een bezoek te brengen aan het speelcentrum om de situatie in kaart te brengen. Anderhalve maand nadat die reportage is verschenen, zijn er nog maar weinig aanmeldingen geweest, vertelt Mirjan. “Mensen blijven gewoon geen tijd hebben voor vrijwilligerswerk. Ze zeggen zich aan te melden, maar doen dat vervolgens niet.”
Op dit moment wordt er gekeken of er meer betaald personeel ingezet kan worden. “Maar dat gaat ten koste van andere activiteiten”, vertelt Mirjan. “We kunnen wel zeven dagen per week open blijven, maar wat er mogelijk is qua activiteiten is onduidelijk. Het is elke dag kijken met hoeveel vrijwilligers we zijn, hoeveel kinderen er zijn en wat dan mogelijk is.”
Ondersteuning
Toch zijn er wel degelijk wat aanmeldingen, vertelt Mirjan “Daar zijn we heel blij mee, maar het zijn vaak mensen die veel begeleiding nodig hebben of de Nederlandse taal nog niet goed genoeg kennen. We missen de mensen om hen goed te begeleiden. Dat maakt het dus ook erg lastig om op dit moment te werken met hen.”
Ook vanuit andere instanties zoals de gemeente komt er tot op heden weinig hulp, zegt Mirjan. “De gemeente gaat ervan uit dat we alleen op vrijwilligers kunnen draaien. Dat is op dit moment gewoon niet. Ze denken er in mijn ogen wel iets te makkelijk over.”
Uiteindelijk zijn volgens Mirjan vooral de kinderen de dupe van het tekort aan vrijwilligers. “In de vakanties denk ik vooral: wat kunnen we voor de kinderen doen. Voor al die kinderen die niet op vakantie gaan. De vorige jaren gingen we altijd hutten bouwen van kartonnen dozen, om toch iets leuks te kunnen bieden. Daar denk ik dit jaar niet eens over na.”