Ze zijn nog net niet aan het vechten geslagen langs de waterkant, maar druk is het soms wel. Vissers zien dat hun hengelsport de laatste maanden steeds populairder is geworden. Reden: de coronapandemie, waardoor mensen meer vrije tijd hebben en minder snel naar het buitenland gaan.
Voor de ene visser zorgt de toegenomen belangstelling voor meer problemen dan de ander. Het ligt er maar net aan welke vis je aan de haak wil slaan. Arthur Langstraat vist bijvoorbeeld op roofvissen (vissen die op andere kleine visjes jagen). Dat doet hij onder De Hef op het Noordereiland. “Waar ik hier normaal alleen of hooguit met één of hooguit twee andere stond, sta ik nu soms met acht, negen anderen.”
Toch ervaart hij dat niet als een probleem. “Ik maak dan even een praatje, kijk wat ze vangen en met welke hengels en vervolgens zoek ik een ander plekje. Ik ga er niet tussen staan”, aldus Langstraat.
Voor visser Hans Kuijten wordt dat een wat lastiger verhaal. Hij vist graag op schub- en spiegelkarpers, vissen die niet zo makkelijk in aas bijten als roofvissen. Dit soort vissen moet je met voer naar jouw visplek lokken. Dat kan betekenen dat je rustig twee weken lang naar dezelfde plek moet reizen om te voeren, in de hoop uiteindelijk een keer een mooi exemplaar aan de haak te slaan.
David Keller profiteert juist van de toegenomen vraag naar vissen. Zelf is hij ook een fervent visser, maar hij verkoopt ook visaas. “Vooral in het voorjaar kon je merken dat het een stuk drukker was. Mensen die normaal naar België of Frankrijk gingen om daar te vissen bleven thuis. Ook hadden veel mensen ineens meer vrije tijd. Dat merk je aan de waterkant”, aldus Keller.
Meer Rotterdamse verhalen bekijken?
Volg ons dan ook op onze social media kanalen
Facebook YouTube Instagram Twitter Snapchat