Veel kritiek op nieuwe voedselbanksupermarkten Rotterdam: ‘Ik vind het drie keer niks’

Bron: Sjaak Boot Photography

Bron: Sjaak Boot Photography

Voedselbank Rotterdam stapt als eerste grote voedselbank in Nederland volledig over op voedselbanksupermarkten. Geen kant-en-klare kratten meer, maar zelf boodschappen doen. De Rotterdamse oprichtster van Voedselbank Nederland en meerdere wijkraden zijn niet blij met het nieuwe systeem. De wijkraden zijn bezig met het opstellen van een brief aan het college en de gemeenteraad.

Over vier weken wordt de derde voedselbanksupermarkt van Rotterdam in Crooswijk geopend. De andere twee supermarkten zijn gevestigd in Spangen en Feijenoord. Uiteindelijk wil Voedselbank Rotterdam er minimaal vier in heel de stad openen voor regionale dekking. Daar mogen de ongeveer 2500 huishoudens straks hun boodschappen doen. Alle afgiftepunten worden uiteindelijk gesloten.

“Ik vind het drie keer niks”, zegt Clara Sies. Zij richtte in Rotterdam samen met haar man Sjaak in 2002 Voedselbank Nederland op. Volgens haar is het enige voordeel van de voedselbanksupermarkten dat mensen hun eigen keuzes mogen maken. “Maar de nadelen wegen zwaarder. Vooral de afstanden die gecreëerd worden, zorgt voor problemen. Sommige mensen gaan gewoon niet meer.”

Gezamenlijk advies
Verschillende wijkraden, waaronder die van Hillegersberg en die van Vreewijk, stellen momenteel een brief op aan het college en de gemeenteraad. Hierin komt een ongevraagd advies over de problemen die ontstaan door sluiting van de afgiftepunten en de opening van de voedselbanksupermarkten.

Vervoer
“Het vervoer is het voornaamste probleem”, vertelt Rob Beek. Hij is lid van wijkraad Hillegersberg. Nu de afgiftepunten sluiten moeten de cliënten van de Voedselbank in de meeste gevallen een stuk verder reizen om bij een van de supermarkten te komen. “Het armoedebeleid is: ‘Ga naar de mensen toe.’ De voedselbank zegt nu het omgekeerde: ‘Kom maar naar ons toe.’” Dat vindt Beek krom.

Zo moeten mensen uit Oud-Charlois naar de supermarkt aan de Groene Hilledijk in Feijenoord op de rand van Bloemhof. “Dat is zo’n twintig minuten met de scootmobiel”, zegt Nel. Zij doet sinds eind juni boodschappen bij de voedselbanksupermarkt aan de Groene Hilledijk.

“Veel mensen kunnen niet zover reizen. Ze kunnen het ov niet betalen, hebben een rollator of scootmobiel of kunnen überhaupt niet komen vanwege fysieke omstandigheden”, legt Rob Beek uit. “Nu gaat het, maar in de winter wordt het een probleem vanwege het weer”, vertelt Nel. Met het ov gaan is ook geen optie voor haar. “Naar de tramhalte lopen lukt niet vanwege mijn COPD en een tramkaartje is veel geld als je maar een weekbudget van 60 euro hebt.”

Diana Verheij werkte 15 jaar lang bij het afgiftepunt in Charlois waar ook Nel haar boodschappen deed. Inmiddels is het afgiftepunt gesloten. Diana ziet hoe het de buurtbewoners raakt. “Zo’n veertig procent uit de wijk gaat gewoon niet meer”, zegt ze. “Toen twee heren van de Voedselbank een week voor sluiting kwamen vertellen dat de mensen naar Hilledijk moesten, stonden mensen letterlijk te huilen. Eentje zei huilend: ‘Ik kan de tram niet betalen.’”

Maatschappelijke betrokkenheid
Ook dreigt de sociale verbinding die is ontstaan rondom de uitgiftepunten in de wijken te verdwijnen. “Lokale ondernemers voorzagen de afgiftepunten in hun wijk van spullen, (gratis) diensten en voedsel”, legt Pieter Boshuizen uit. Hij is voorzitter van de wijkraad Vreewijk. Nu die afgiftepunten sluiten lijkt dat te stoppen. “Lokale ondernemers deden het voor hún wijkbewoners. Nu moeten ze niet alleen een stuk verder reizen, ze zouden het nu moeten doen voor ‘de voedselbank’.”

Rob Beek vindt dat het met de komst van de voedselbanksupermarkten steeds anoniemer wordt. Nel deelt zijn mening. “Je maakte bij het afgiftepunt met iedereen een praatje. In de supermarkt ken ik niemand.”

Voedselverdeling
Het voedsel wordt ook anders verdeeld dan bij de afgiftepunten. Waar cliënten bij het afgiftepunt een klant-klare-krat kregen, wordt de hoeveelheid boodschappen die de klant mag uitzoeken in de supermarkt gebaseerd op de grootte van hun huishouden. Eenpersoonshuishoudens mogen nu zo’n 26 producten mee naar huis nemen. Verder zijn er regelmatig producten die cliënten onbeperkt mogen meenemen.

De wijkraden Hillegersberg en Vreewijk horen echter geluiden over dat het ‘te weinig’ is. Nel bevestigt dit. “Eerst had ik ruimschoots genoeg en nu niet meer.” Ook is er volgens haar te weinig keuze. “Je mag bijvoorbeeld vier stuks groenten meenemen, maar de ene keer zijn er helemaal geen groenten en de andere keer weer wel.” Bij het afgiftepunt kreeg ze als eenpersoonshuishouden veel meer mee. “En de dingen die ik niet gebruik of lust ruilde ik met anderen of legde ik het op tafel zodat anderen het konden pakken.”

Artikel gaat verder onder de foto’s.

Bron: Sjaak Boot Photography

Voedselbank Rotterdam
“We hebben deze overstap puur gemaakt in belang van onze cliënten”, zegt Helma Beker, bestuurslid Voedselbank Rotterdam. Naast dat cliënten zelf hun boodschappen mogen uitkiezen zijn er volgens haar nog meer voordelen. “We gaan hiermee de voedselverspilling tegen. Mensen krijgen geen producten meer die ze niet gebruiken of lusten, want ze kiezen het zelf uit.” Daarnaast kunnen producten langer bewaard worden. “Zo kunnen groenten veel langer vers blijven door de koelingen”, zegt Helma. In de supermarkten zijn ook sociale ruimtes waar cliënten een kopje koffie kan drinken. “Hier plaatsen we ook hulpverleners neer. Denk aan mensen die onze cliënten tips kunnen geven over warmtebesparing.”

Helma Beker zegt dat het allemaal even wennen is. “Na twee weken willen ze niet anders. Mensen moeten even landen. Daarnaast is zo’n supermarkt best veel gedoe. Het kan logistiek gezien hier en daar af en toe haperen.” Ze hoort en ziet dat cliënten elkaar helpen. “Buren schieten elkaar te hulp; er rijden buurtbusjes en mensen melden zich bij afgiftepunten of bij ons voor hulp voor vervoer. Er ontstaan allerlei kleine initiatieven.”

De zorgen over dat de maatschappelijke betrokkenheid wegvalt, deelt zij niet. “Supermarkten zijn een enorme community trekker. We zijn op deze manier veel zichtbaarder. Er zijn genoeg ondernemers die willen helpen”, vertelt ze. Ook kan Voedselbank Rotterdam het vervoer regelen voor ondernemers die willen bijdragen. “Dan komen we het zelf ophalen. Dat is geen probleem.”