Verslaafden terug in straatbeeld Rotterdam: ‘Complexiteit en dakloosheid groeien’

Hoe is het geregeld met de verslavingszorg in Rotterdam? En hoe openlijk gebruiken verslaafden nu echt drugs op straat? Verslaggever Sali bezoekt ggz-instelling Antes en ervaart ’s avonds hoe de sfeer op straat is.

“Wat je ziet, is dat de complexiteit van de maatschappij is toegenomen en onze tolerantie is afgenomen. Dus wat je nu ziet op straat, is meer dan wat je tien jaar geleden zag”, vertelt psychiater en bestuurder zorg bij Antes Laura van Goor. “Dat zie je ook in onze klinieken. Het is zichtbaarder. Maar of het probleem in totaal groter is? Dat weet ik niet, en dat komt ook door de complexiteit van de maatschappij.”

Om zelf te ervaren hoe groot het probleem van verslaafden op straat nu echt is, gaat Sali ’s avonds op pad met een GoPro. Anderhalf uur lang loopt ze door het centrum van Rotterdam, maar verslaafden komt ze niet tegen. Totdat ze nog een keer over de Westblaak loopt, een plek die eerder werd genoemd als hotspot voor verslaafden. En daar is het dan ook meteen raak. Sali ziet mensen een pijp aansteken en mensen naar de grond duiken. Hoe verder ze loopt, hoe spannender ze het begint te vinden.

Openlijk drugsgebruik in Rotterdam
Openlijk drugsgebruik is dus inderdaad te zien op de straten van Rotterdam. Lange tijd leek dat juist verdwenen uit het straatbeeld van onze stad, mede door de vele investeringen in de maatschappij. Maar dat beeld lijkt nu te veranderen, nu openlijk drugsgebruik opnieuw een groot probleem lijkt te worden.

Hoe komt dat toch? Volgens Stichting Nas zou het kunnen komen door de toenemende dakloosheid onder Nederlandse burgers, EU-migranten en vreemdelingen die van buiten Europa komen. Van Goor van Antes sluit zich hierbij aan: “Mensen die niet rechtmatig zijn, die geen recht hebben om naar de nachtopvang te gaan, omdat ze bijvoorbeeld uitgeprocedeerd zijn of niet de juiste papieren hebben, dat is een groep die opkomt. En we hebben een tekort aan woningen, overal in Nederland. Dat is wat je ziet op straat.”