VIDEO | Code zwart in thuiszorg: ‘Het is redden wat er te redden valt’

Patiënten die om bedden vrij te maken eerder ontslagen worden uit het ziekenhuis, uitgestelde zorg die ingehaald wordt waardoor er nog meer zorgvragers bijkomen en verplegers die door corona of burn-outklachten uitvallen. Allemaal draagt het bij aan een thuiszorg die het niet meer aankan. “Als ik na vijf of zes thuiszorgorganisaties bellen nog steeds mijn patiënt niet kwijt kan, dan spreek ik van een code zwart-situatie.”

“In alle takken van de zorg is het goed mis, maar ik durf wel te zeggen dat wij code zwart al hebben bereikt”, zegt wijkverpleegkundige Nicolien Meijer. Meijer krijgt haar personeelsrooster voor de thuiszorg in IJsselmonde niet meer rond. “Veel personeelsleden zitten ziek thuis of zijn in quarantaine. We vragen al zo ontzettend veel van onze mensen, of ze na een dag werken toch nog even langs die ene cliënt willen gaan, het gaat niet meer.”

Keuze om nee te zeggen?
“We zien dat we veel zorgvragers krijgen van uitgestelde zorg die nu wordt ingehaald. Maar ook patiënten die te snel uit het ziekenhuis worden ontslagen, ook al weten in het ziekenhuis dat er geen thuiszorg is die hen op kan vangen”, vertelt Nicolien. “Dan krijg ik na drie dagen de huisarts aan de lijn met de boodschap dat het toch niet gaat. Heb ik dan de keuze om nee te zeggen?” Vooral het gevoel van onmacht krijgt Nicolien ervan. “Je wil die mensen zo graag helpen, maar het kan gewoon niet meer, het is op. Er is niemand meer.”

“Dan heb je twee zieken in plaats van één.”

Barbara Verheul is verpleegkundige voor meerdere huisartsen bij het Gezondheidscentrum Mathenesserlaan. Voor één patiënt moet ze tegenwoordig vijf of zes thuiszorgorganisaties bellen en zelfs dan kan ze soms geen thuiszorg bieden. “Ja dat is echt verschrikkelijk. Dan moet je vragen of de mantelzorger niet toch nog de zorg kan opvangen. En als de mantelzorger het dan ook niet meer aankan, heb je twee zieken in plaats van één.”

Daarnaast ziet ze ook dat het uitstellen van de zorg aan patiënten ‘situaties kunnen verergeren en escaleren’. “En uiteindelijk drie keer zo hard op ons bordje terechtkomen”, vult Nicolien aan.

Ja tegen de een, betekent nee tegen de ander
Het ja-zeggen op een nieuwe cliënt, betekent wel het nee verkopen aan een ander ziet Nicolien: “Als ik een spoedje krijg, moet ik een cliënt vertellen dat hij of zij pas morgen kan douchen. Of dat iemand pas om 19.00 uur eten krijgt, in plaats van om zes uur zoals gewoonlijk. En een keertje kan dat wel, maar als het regelmatig gebeurt is kan dat toch als vervelend worden ervaren.”

Cliënten begrijpen de huidige situatie meestal wel volgens Nicolien. “Veel zijn er dankbaar voor de zorg die ze nog wel kunnen krijgen, maar dat maakt het nog niet prettig.”

De tekst gaat door onder video

Ook beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden (V&VN) ziet de grote problemen in de thuiszorg. “Als wijkverpleegkundige loop je deuren voorbij waarvan je weet: hier ben ik eigenlijk nodig. Dat is verschrikkelijk”, zegt Rieke van de Wetering, voorzitter van de afdeling wijkverpleegkundigen. “Het is vooral goed om te beseffen dat ook al voor de pandemie de problemen er waren”, vertelt woordvoerder Thijs den Otter. “Het wordt alleen door de coronacrisis voor iedereen blootgelegd.”

“Ik merk dat sommigen er niet trots op zijn dat ze in de wijkzorg werken. Dat is zonde!”

Wijkzorg is de toekomst
Kaalslag in de zorg, slechte lange termijninvesteringen en te weinig waardering, zowel financieel maar nog belangrijker sociaal. Dat zijn volgens Nicolien de oorzaken van het personeelstekort in de thuiszorg. Nicolien: “Ik merk dat mensen er niet per se trots op zijn dat ze in de wijkzorg werken. Maar dat is zonde, ik ben daar onwijs trots op!” Net als Nicolien ziet de V&VN ook dat het beroep van wijkverpleegkundige aantrekkelijker gemaakt moet worden. Zij pleiten dan ook voor meer aandacht voor de wijkverpleging in de opleiding; “Wijkzorg is de toekomst. Koester die mensen want die zijn essentieel.”

Nicolien en Barbara blijven positief: “We hopen op een instroom van frisse, jonge wijkverpleegkundigen die met nieuwe energie ons komen helpen. En we willen vooral onze collega’s en andere zorgmedewerkers bedanken voor al het werk wat zij verrichten.”