De vier randstadrechtbanken (Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Midden-Nederland) houden begin januari 2014 weer supersnelrechtzittingen op verzoek van het Openbaar Ministerie (OM). Verdachten van overtredingen in de nacht van 31 december op 1 januari, staan binnen drie dagen na hun aanhouding voor de rechter en kunnen een eventuele gevangenisstraf meteen uitzitten. In Rotterdam vinden op 2 en 3 januari speciale supersnelrechtzittingen plaats.
Tijdens de speciale Oud en Nieuw-supersnelrechtzittingen krijgen verdachten van Oudjaar-gerelateerde strafbare feiten, zoals vuurwerkdelicten, hun straf te horen.
De Rechtspraak steunt het principe dat openlijk geweld bij bijzondere gelegenheden en evenementen en tegen politie, brandweer en andere hulpverleners zwaarder dient te worden bestraft. Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak: “Rechters zullen geweld dat sterk samenhangt met Oud en Nieuw en bijvoorbeeld gericht is tegen hulpverleners, naar verwachting zwaar bestraffen.”
Het OM, dat verdachten voor de rechter brengt, heeft aangekondigd voor strafbare feiten die sterk samenhangen met het Oud en Nieuw-feest, een 75 procent zwaardere straf te eisen dan normaal. Bij strafbare feiten begaan tegen politie, brandweer en andere hulpverleners, gaat de strafeis met 200 procent omhoog.
Naast speciale supersnelrechtzittingen vlak na Oud en Nieuw vinden er gedurende het hele jaar wekelijks supersnelrecht- en snelrechtzittingen plaats, met name bij de randstadrechtbanken.
Supersnelrecht is effectief voor de behandeling van eenvoudige strafbare feiten, waarbij geen verder onderzoek nodig is. De verdediging stemt in met deze snelle afdoening en de verdachte staat binnen drie dagen na zijn aanhouding voor de rechter. Zaken waarbij de verdachte meer tijd nodig heeft om zijn verdediging voor te bereiden of waar de positie van het slachtoffer in het gedrang komt, worden niet via supersnelrecht afgedaan. Rechters zien toe op kwalitatief hoogwaardige behandeling van de zaken.