Het college heeft positief gereageerd op het initiatiefvoorstel van de PvdA om een Leegstandsverordening in te voeren in Rotterdam. Een leegstandsverordening zou het voor de gemeente mogelijk maken om in te grijpen bij langdurige leegstand van woningen, bijvoorbeeld door boetes uit te delen. Het initiatiefvoorstel is een uitgewerkt plan waarin staat beschreven hoe zo’n verordening in Rotterdam zou kunnen werken. Hoewel het college positief is, geeft het ook aan dat er nog wel het nodige moet worden uitgezocht. En, tot grote frustratie van PvdA-raadslid Merel Vogelaar en SP’er Emin Başoğlu: ze willen wachten tot na de verkiezingen van 2026 om het definitief in te voeren.
“Ik begrijp niet waarom het allemaal zo lang moet duren. Mijn pleidooi aan de wethouder is: je hebt nog een jaar. Dit is echt een kans om echt nog iets wezenlijks te realiseren voor de stad”, aldus Vogelaar. Maar het college en de wethouder zien dat vooralsnog anders. Want, zo stellen ze: ‘[de] komende periode [is] vanwege verkiezingen ‘beleidsvrij’.’ De verkiezingen, die in maart 2026 plaatsvinden, lijken voor het college dus reden om nu niet meer definitief te beslissen over een leegstandsverordening. Wel gaan ze de komende periode aan de gang met het uitzoeken wat er nodig is om het plan te realiseren.
Struikelblokken
Başoğlu is wel positief over het beeld dat het college schetst over de kosten van een verordening: “Die vallen heel erg mee.” Het college geeft aan dat er voor het uitvoeren van een leegstandsverordening waarschijnlijk zeven mensen nodig zijn en dat het maximaal 800.000 euro kost. De belangrijkste uitgave zou het informeren van particuliere eigenaren zijn: die moeten namelijk van tevoren weten dat ze beboet kunnen worden als ze hun woningen leeg laten staan. Die zeven mensen kunnen overigens niet extra worden aangenomen, want de gemeente heeft te maken met een ‘organisatieopgave [die de] uitbreiding van [de] formatie belemmert.’
Ook moet volgens het college worden onderzocht of de opkoopbescherming een leegstandsverordening niet in de weg zit. Want, zegt het college in de brief: ‘Een opkoopbescherming betekent namelijk dat een woning in principe niet verhuurd mag worden, terwijl dat bij een leegstandsaanpak juist wel van belang is.’ De opkoopbescherming is er om te voorkomen dat huisjesmelkers vastgoed aanschaffen in bepaalde wijken in Rotterdam en daar niet zelf gaan wonen, terwijl in het initiatiefplan wordt gesproken over een ‘verplichte voordracht’.
Verplichte voordracht gebeurt als een woning te lang leegstaat en zo snel mogelijk verhuurd moet worden. De gemeente kan dan, als er een leegstandsverordening is, een huurder voordragen bij de eigenaar. Deze twee regelingen zouden volgens de brief dus wellicht botsen, maar Vogelaar begrijpt daar niets van: “Als PvdA zijn we juist groot fan van de opkoopbescherming. Er wordt verder ook niet in de brief behandeld waarom dat elkaar in de weg zou zitten. Ik begrijp daar echt niets van. Dit voelt echt een beetje gezocht.”
Goede hoop
Vogelaar heeft, ondanks de ‘beleidsvrije periode’, goede hoop dat de leegstandsverordening nog deze collegeperiode voor elkaar komt: “Als ik de brief zo zie, zijn er ook geen hele grote beren op de weg. En ja, beleidsvrij… Als je het anders interpreteert: als er een meerderheid is in de raad, kunnen we het gewoon gaan doen.” Op 9 juli wordt het initiatiefvoorstel behandeld in de commissie: “Ik zou eigenlijk willen voorstellen aan de wethouder: neem onze verordening als uitgangspunt en ga niet een heel nieuw plan uitwerken.”
Ook Başoğlu heeft vraagtekens bij de ‘beleidsvrije periode’. Het is niet de eerste keer dat de SP een voorstel indient om leegstand aan te pakken: “De laatste keer dat wij een voorstel indienden voor het aanpakken van leegstand, duurde het bijna anderhalf jaar voordat er een reactie kwam. Rotterdammers zijn hier de dupe van.” Ondanks de positieve reactie van het college en de wethouder, verwacht hij dan ook weinig van de volgende commissievergadering waar het voorstel ter sprake gaat komen: “Ik ben bang dat ik al weet wat het antwoord gaat zijn… Ik verwacht uitstel en excuses. Maar we zetten hoe dan ook door en proberen het tóch nog deze collegeperiode te realiseren.” En lukt dat niet, dan is het volgens Başoğlu duidelijk waar de verkiezingen in 2026 over gaan: “Dat wordt een groot woonreferendum.”