Zes dagen per week, drie en half uur per dag trainen. Dat is het offer dat turn-talent Marisa Koedoot moet brengen om haar grootste droom werkelijkheid te laten worden: een gouden medaille op de Olympische Spelen van 2020 in Tokio. En dan te bedenken dat ze pas 14 is.
Zoals bij veel beginnende topsporters hangen de gewonnen medailles in een vitrinekast boven het bed. Tussen die medailles hangt ook een van de hoogst haalbare: die van Nederlands Kampioen bij de junioren.
Na die overwinning in 2013 ging het een tijdje minder met Marisa. Topsport vergt immers veel van een lichaam en een blessure ligt altijd op de loer. Achtereenvolgens had ze problemen met haar elleboog, kraakbeen in haar knie en momenteel met haar schouder.
Omdat Rotterdam geen topclub heeft die turnen op het hoogste niveau traint moet Marisa naar Zoetermeer. 010nu ging mee naar een training om te zien hoe ze terug komt van haar blessure en haar droom opnieuw achterna kan jagen. Volgend jaar weer Nederlands Kampioen en in 2020, als het mee zit, Olympisch Kampioen.