Zoë van Galerij Niffo helpt jongeren van Zuid verder: ‘Ik vind ‘Make It Happen’ heel Amerikaans’

In Galerij Niffo kunnen jongeren zonder startkwalificatie aan de slag. Niffo is een initiatief van de van oorsprong Roemeense Zoë Cochia en was in 2014 de eerste (kunst)galerij in de Afrikaanderwijk. Er zijn sindsdien veel meer kunstinitiatieven bijgekomen, maar Zoë houdt haar ‘clubhuis’ bewust kleinschalig en laagdrempelig: “We voelen ons soms wel een underdog, maar dat is misschien wel goed zo.“

Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of hoger. Met zo’n bewijs kun je daardoor bijvoorbeeld studeren en heb je vervolgens meer baankansen. “Jongeren ontwikkelen hier sociale vaardigheden, leren boodschappen doen, helpen buren, maar kunnen ook leren inrichten van een expositie of assisteren mij of andere kunstenaars in workshops.” Eigenlijk worden hier basisdingen aangeleerd vertelt Zoë.

Jongeren komen inmiddels uit heel Rotterdam-Zuid en komen voor het eerst in contact met kunst, maar niet iedereen hoeft dat (gelijk) leuk te vinden: “Ik wil ze ook niet vertellen wat kunst is. Dat moeten ze zelf ontdekken en bepalen.” De naam Niffo is straattaal voor neef. “Op een gegeven moment namen oud-leerlingen hun neef of broer of zus mee omdat ze het hier zo fijn vonden. Vandaar de naam. Veel van hen hadden geen plek om op terug te vallen en hier wel.”

‘Geen blabla’
Doordat zogenoemde wijkscholen in onder andere de Afrikaanderwijk verdwenen, begon Zoë haar galerij. Zelf was ze destijds een loopbaancoach op één van deze wijkscholen. Ook had ze een opleiding docent Beeldende Kunst afgerond en zocht naar een manier om kunst praktischer maken. Laten zien hoe belangrijk kunst is in het dagelijks leven: “Niet teveel blabla, maar wel op een organische en natuurlijke manier.” Je hoeft volgens Zoë ook geen kunstenaar te worden: “Ik had een heel getalenteerd meisje. Zij wilde niet naar het Grafisch Lyceum, maar werken in de zorg. Dat is precies de bedoeling hier. Dat is misschien nog wel mooier.”

“Het is tegenwoordig een trend dat iedereen maar op een podium wil staan. Dat is oké, maar ik vind dat het wel op een natuurlijke manier moet ontstaan. In Rotterdam is de slogan ‘Make It Happen’. Ik vind dat heel Amerikaans en het zet een bepaalde druk op de jongeren.” Er worden volgens Zoë dan teveel verwachtingen gecreëerd. “Ga ‘es terug naar de basis.”

Zoë houdt contact met de meeste jongeren die hier stage lopen. “Veel stromen door naar mbo niveau 2, 3 of 4. Sommige blijven hangen als vrijwilliger. Over het algemeen zijn hun trajecten langer. Hun levens zijn meer belemmerd en dingen gebeuren niet zo 1-2-3.”

‘Iedereen wil op Zuid’
Ongeveer tien jaar geleden stonden er in de Afrikaanderwijk nog vele lege panden. “Er werd toen al wel begonnen met de gentrificatie, maar veel van deze ruimtes konden we gebruiken voor onze pop-up tentoonstellingen.” Een decennium later twijfelt de Roemeense: “Het heeft zeker positieve kanten, maar ik vind de hoogbouw niet zo mooi. Vroeger keek je tegen de lucht en kon je ademen. De Pretorialaan was iets groots. Nu is het mini en voel je je geïntimideerd.” Zuid is populairder geworden: “Iedereen wil op Zuid, maar dat gaat ten koste van anderen. Het verhaal heeft altijd twee kanten.”

Zelf is Zoë rond 1990, net na de revolutie in Roemenië, verhuisd naar Nederland. De vrijheid en democratie lonkte hier in Nederland. “Maar is dat ook zo, vraag ik mij nog weleens af na al die jaren.” Ze mist Roemenië om haar natuur, landschappen en gewoontes wel. Nu woont ze ongeveer 20 jaar in de Afrikaanderwijk: “En alles is tegenwoordig heel zwart-wit, maar het kan ook gewoon naast elkaar bestaan.”

Aanstaande zondag begint er een nieuwe expositie; The Pain of Slavery van Andra Daans. Een fototentoonstelling gebaseerd op de verhalen van de vader van Daans wiens overgrootmoeder was geboren in tijden van de slavernij. Daans wilde graag exposeren in Rotterdam en gaat daarna naar Amerika.

Foto’s: Ricardo van den Berg