Over drie jaar moeten er in de Rijnhaven niet één, niet twee, maar drie nieuwe parken zijn. Twee van deze parken zullen drijvende parken worden, met volop ruimte om te zonnen, zwemmen of te suppen. Het stadsbestuur heeft deze week de nieuwe ontwerpen goedgekeurd. Maar zijn de Rotterdammers ook onder de indruk?
Sinds 2023 wordt ongeveer een derde van de Rijnhaven gedempt. Op die plek komen maximaal 3 duizend woningen, die allemaal grenzen aan een nieuw aan te leggen park. Het definitieve ontwerp voor dit park is nu klaar. Als de demping klaar is, vermoedelijk in 2027, kan de aanleg van het park mét strand beginnen. In de loop van 2028, als de paden, het strandje en andere harde structuren klaar zijn, kan het park open gaan voor publiek.
Drijvende parken
Maar er komen ook twee drijvende parken in de Rijnhaven. Het eerste deel van het eerste drijvende park is al sinds 2022 in gebruik, bij de Wilhelminapier. Maar aan dit drijvende park komt in 2027 nog een nieuw deel van 300 meter lang, helemaal tot aan het Nieuwe Luxor Theater.
Aan de overkant, bij Katendrecht, komt het laatste nieuwe park. Voor dit drijvende park – Park Katendrecht – zijn de eerste schetsen nu klaar, maar deze schetsen zijn nog niet definitief. Rotterdammers mogen namelijk ook nog hun suggesties geven over het nieuwe park. Dit kan op 12 en 13 juni tijdens de inloopdagen in de Rijnhavenkeet.
Positieve reacties
Op de nieuwe ontwerpen reageren de Rotterdammers in ieder geval positief. Zo vindt een buurtbewoner het een goed idee voor de stad: “In de acht jaar dat ik hier al woon, heb ik al veel verandering meegemaakt en het is een mooie locatie aan het worden.” Een andere Rotterdammer is ook van mening dat het er “veel beter uit ziet” dan nu. “Het is veel groener en dat is top.”
Ook wethouder Chantal Zeegers (Klimaat, Bouwen en Wonen) is blij met de ontwerpen: “De drijvende parken aan de Wilhelminapier en Katendrecht laten zien waar Rotterdam voor staat: lef, innovatie en samenwerking. We maken letterlijk ruimte op het water voor groen, ontspanning en ontmoeting.”