Midden in een woonwijk, aan een drukke straat in Beverwaard, staat iedere paar meter een grote stapel grofvuil. Van afgedankte banken tot een raamkozijn en van grote kartonnen dozen tot glas. Stukken piepschuim en plasticfolie zijn door de wind in de struiken gewaaid. “Het is gewoon niet netjes”, zegt een voorbijganger.
Sinds maart dit jaar voerde de gemeente een experiment uit in Beverwaard. In plaats van zelf een ophaalafspraak te maken, konden buurtbewoners hun grofvuil op een vaste dag in de week in aangegeven vakken plaatsen. Een buurtbewoner vertelt dat hij het eigenlijk wel een goed idee vindt: “Niet iedereen heeft een auto om hun spullen naar het milieupark te brengen.”
Maar de uitwerking van de pilot is niet zoals gehoopt. In plaats van alleen op de afgesproken dag, droppen mensen de hele week hun vuilnis in de straat. Daardoor staan er dagenlang grote hopen grofvuil te wachten om opgehaald te worden, wat voor overlast zorgt in de buurt. “Tijdens de storm pas geleden, waaiden stukken karton rond waarvan er een op mijn auto kwam”, vertelt een buurtbewoner. Een andere bewoner maakt zich zorgen om de kinderen die buitenspelen: “Er ligt glas op straat, dat is gevaarlijk voor hen.” De wijkbewoners zijn opgelucht dat de proef deze week stopt, “want dit werkt niet”. Ze hopen snel weer in een opgeruimde straat te wonen.