Knikkeren, knutselen en ravotten, wie heeft dat vroeger als kind niet gedaan? In De Speelfabriek kunnen kinderen sinds de oprichting in 2008 helemaal losgaan. De hal met activiteiten heeft alleen nooit een vaste plek gehad en is al een aantal keer verhuisd, vaak van de ene anti-kraak locatie naar de andere. Oprichter Maarten Horstink heeft nu een prachtige plek op het oog: naast Miniworld aan de Weena.
Het enige probleem: de hoge huur. Hij is daarom een crowdfunding gestart om het eerste jaar te overbruggen en hoopt daarna op eigen benen te kunnen staan. “Het is 300 meter van Centraal Station en 250 meter vanaf het busstation, naast Miniworld. Een droomplek”, stelt Maarten Horstink. Hij is oprichter en directeur van Stichting De Speelfabriek. “We hebben 20.000 euro nodig voor het eerste jaar huur. We hebben ook al 20.000 euro aan subsidies gehad om het in te richten en de verhuizing te regelen”, legt hij uit. Met zo’n twintig activiteiten en daarbij behorende attributen heeft zo’n verplaatsing nogal wat voeten in de aarde. Het geld van de subsidies komt daarvoor goed uit maar mag niet voor de huur gebruikt worden.
Door die eerste periode te overbruggen met behulp van de crowdfunding hoopt hij uiteindelijk met het hebben van een vaste locatie meer bezoekers te kunnen genereren om uiteindelijk duurzaam op één plek te blijven. “Ik vond het zelf super leuk om vroeger thuis dingen te maken. Dingen in de fik te zetten. Bootjes maken op de Westersingel. Ik wil dat Rotterdamse kinderen dat ook kunnen en niet iedereen kan dat thuis”, benadrukt hij het belang van de speelplaats. “Als ik afspraken maak met scholen dan plannen zij al voor volgend jaar. Zij willen nu al weten of ik volgend jaar juni al plek heb. Ik denk nu bijvoorbeeld niet dat ik in juni nog op deze plek zit. Dat is lastig. Ik wil toch alle Rotterdamse kinderen hier binnen hebben en dan is een vaste plek nodig”, besluit Maarten.