Steeds meer ganzen bevolken de Rotterdamse parken. De laatste jaren is er sprake van een overpopulatie, wat er onder meer toe leidt dat er steeds meer poep van de dieren in de parken ligt. En dat leidt tot overlast, schreven wij eerder. Om de overpopulatie van ganzen toch zoveel mogelijk te voorkomen en overlast te beperken, gebruikt Stadsbeheer sinds een aantal jaar een opvallende methode: tijdens het broedseizoen worden eieren uit nesten verwijderd.
Volgens de gemeente gebeurt dit nestbeheer op de meest diervriendelijke manier. Boswachters controleren in het broedseizoen – dat ongeveer van half maart tot mei loopt – alle nesten in de stad op eieren. “Op één ei na, worden alle eieren uit het nest verwijderd. Het ei dat blijft liggen wordt gemarkeerd, omdat in de opvolgende weken de ganzen meerdere eieren in het nest leggen die ook nog weggehaald worden.”
In plaats van gemiddeld tien jongen per jaar, krijgen ganzen er dan maar één.
Weggegooid
De eieren die uit de nesten worden verwijderd, worden weggegooid. “Het gaat om eieren die nog niet bevrucht of bebroed zijn. Is dat wel het geval, dan laat onze boswachter het ei in het nest liggen”, zegt een woordvoerder van Stadsbeheer, die benadrukt: “We vangen of doden geen ganzen.”
Het doel van de gekozen methode is duidelijk: minder ganzen in Rotterdamse parken. “In plaats van gemiddeld tien jongen per jaar, krijgen ganzen er dan maar één.” De beheermethode wordt toegepast bij de Nijlgans, Boerengans, grauwe gans, Canadese gans en Brandgans.
Waar eten is, blijven ze wonen.
Brood voeren
De woordvoerder benadrukt dat bewoners ook een belangrijke rol hebben door géén brood aan de ganzen, eenden of duiven te voeren. “Het voeren van die dieren trekt alleen maar meer ganzen aan, zorgt ervoor dat ze daar niet meer weggaan en dat ze op die plek gaan broeden. Waar eten is blijven ze namelijk graag wonen.”
Steeds meer ganzendrollen in parken: voor de één een kwelling, voor de ander ‘puur natuur’