Aan de Brede Hilledijk zaten ooit zo’n zeventien garages. Nu is alleen Garage Ismet nog over, dertig jaar geleden gestart door Adam Oren, waar inmiddels ook zijn zoon werkt. Hoelang ze nog kunnen blijven, is onzeker: op deze plek komt woningbouw, horeca en detailhandel. De panden naast de garage zijn al in handen van de projectontwikkelaar en een stukje verderop zijn de gebouwen al gesloopt. “Ik heb een hele fijne tijd gehad, alle klanten zijn heel aardig, bijna familie”, zegt Adam Oren, die beseft dat hun vertrek eraan zit te komen.
Zijn zoon Ismet helpt al mee sinds hij klein was. “Het begon met banden vasthouden en een lampje verwisselen”, zegt Ismet. Inmiddels is hij volwaardig monteur. “Soms hebben we ruzie, vader en zoon, dat hoort erbij. Maar we lossen het altijd goed op.”
De straat oogt inmiddels wat verlaten met al die gesloten garages. Ismet mist zijn oude collega’s, en ja, ook zijn concurrenten. “De sfeer is weg. Vroeger deden we een bakkie bij de buren, dat mis ik wel.” Zijn vader vult aan: “Vroeger was Katendrecht heel anders, heel leuk. Wel een beetje crimineel. Maar nu… overal wordt gebouwd. Katendrecht is bijna Las Vegas. Zo’n dure plek.”
Als ook Garage Ismet te horen krijgt dat ze weg moeten, krijgen ze negen maanden de tijd om te vertrekken. “Dan moet ik beginnen met zoeken”, zegt Ismet. Maar een geschikte plek vinden is niet makkelijk. “Ik wil eigenlijk niet weg uit de buurt. Een industrieterrein is toch niet hetzelfde als in een wijk.”
Adam ziet ook kansen. Nu Ismet zijn monteursdiploma op zak heeft, wil hij best opnieuw beginnen. “Als we een goede plek vinden, dan ben ik echt blij. Dan kunnen we weer samenwerken.”