Vanaf 1 januari 2025 stopt het kabinet met de financiering van de Landelijke Vreemdelingen Voorziening, beter bekend als de bed-bad-broodregeling. Rotterdam is van alle grote steden de enige die ervoor kiest deze opvang voor ongedocumenteerde mensen niet zelf te financieren. “Geen mens is illegaal”, roept gemeenteraadslid Larissa Vlieger (GL) door de microfoon, en de honderden aanwezigen antwoorden luidkeels.
Jule Corthals, maatschappelijk werker bij het Rotterdams Ongedocumenteerde Steunpunt (ROS), is mede-organisator van het protest dat zondag 10 november op het Stationsplein plaatsvond. “Mensen zonder paspoort, zonder kans op studie en zonder vaste woonplek. Dat greep me zo aan dat ik meteen met deze groep wilde werken”, zegt Corthals.
De woede van de sprekers en de Rotterdamse menigte is voelbaar. Er klinken leuzen en velen hebben protestborden meegebracht met teksten als ‘Geen gekloot, bed, bad en brood!’
De vraag blijft waarom Rotterdam ervoor kiest de regeling niet zelf te bekostigen. “De coalitie heeft ooit besloten dat ze alleen doorgaan met deze regeling als er rijksfinanciering beschikbaar is”, legt Larissa Vlieger, gemeenteraadslid van GroenLinks, uit. Dit vindt Vlieger zorgwekkend, omdat de coalitie niet lijkt te hebben nagedacht over de gevolgen voor de 45 mensen die momenteel in de opvang verblijven. Sommigen zullen worden teruggeleid naar hun land van herkomst, terwijl anderen op straat belanden. “Dat is natuurlijk mensonterend.”
Toch is de opkomst bemoedigend, zegt Jule Corthals. “Rillingen door mijn lichaam – het is echt ongelooflijk hoeveel mensen hier zijn!” Ze spreekt de hoop uit dat de gemeente alsnog de benodigde middelen vrijmaakt om de opvang voort te zetten.