Na tien jaar komt het verhaal van de truien van Loes Veenstra uit Charlois tot een eind. Nadat ze voor tentoonstellingen de hele wereld over zijn geweest, worden de laatste honderd truien verkocht in ‘haar’ Rotterdam voor de liefhebbers.
“Het is mooi om het zo af te sluiten”, zegt Ivo van den Baar, kunstenaar van Nieuw Charlois. Hij hielp destijds mee met het project van Museum Rotterdam, die zochten naar verhalen in de wijk voor een tentoonstelling. “Ik ken alle truien, ik weet precies welke er waar verkocht zijn”, lacht hij.
Moeilijk leven
Een trui is een trui zou je denken, maar toch maakte de Rotterdamse er wat van. “Ze was zo enorm creatief. Al haar ontwerpen zijn enorm kleurrijk en hebben allerlei willekeurige patronen. Er zit bijna geen effen variant bij.”
De uitspraak ‘als ik brei, dan rook ik niet zoveel’ zal nog lang in gedachten blijven bij vele Rotterdammers. Loes had tot haar overlijden in 2017 een moeilijk leven gehad. Waarschijnlijk ook als afleiding van dit alles, breidde ze aan een stuk door. “Ze wist zelf niet eens meer wat ze had en hoeveel. Ze stopte het na het maken in een doos weg.”
Modeshow
In Studio Pompstraat in Charlois konden zaterdag de echte fans als eersten de laatste truien kopen. En waarom zou je dit op een hangertje hangen met een prijskaartje erbij als je het ook op een andere manier kan laten zien? Daarom is er een modeshow, de zogeheten Great Sweater Show, gehouden. “Zo kunnen mensen alvast hun favoriet uitzoeken.”
Maar niet getreurd: nog tot 19 november hebben andere Rotterdammers ook nog een kans. Vanaf dan liggen de laatste exemplaren in de verkoop in Nieuw Charlois, aan de Wolphaertsbocht 81. “Zo kan iedereen er toch nog eentje bemachtigen.”