De 28ste editie van de Oliebollentocht vond dit jaar plaats in Rotterdam. Honderden ligfietsers uit binnen- en buitenland komen samen om door de stad en omliggende polders te rijden. De tocht, die ongeveer 60 kilometer lang is, start en eindigt op de Willem-Alexander Baan in Zevenhuizen en brengt de deelnemers langs plekken zoals de Van Nelle Fabriek en de Maasboulevard.
“Het is echt een geniale uitvinding!”, vertelt een deelnemer enthousiast. De Oliebollentocht begon ooit klein, toen vier ligfietsers afspraken om rond de feestdagen bij elkaar langs te gaan voor oliebollen. Inmiddels is de tocht uitgegroeid tot een grootschalig evenement met bijna 200 deelnemers. “Deze fietsen zijn ideaal voor de winter en het is leuk om tussen kerst en oud en nieuw actief te zijn”, zegt medebedenker van de oliebollentocht, Ymte Sijbrandij. “Door met zo’n lange sliert door de stad te rijden, trekken we veel bekijks en maken we mensen bekend met onze velomobielen”, legt organisator Kevin O’Garro uit. “We proberen elk jaar een nieuwe omgeving te ontdekken.”
Veel deelnemers houden van deze ligfiets als hun favoriete vervoermiddel. “Geen zadelpijn meer en het kost minder kracht om vooruit te komen”, legt een enthousiaste fietser uit. Naast comfort benadrukken deelnemers ook het sociale aspect: “Het is een hechte community. Veel mensen kennen elkaar en kijken er elk jaar weer naar uit om samen te fietsen.”
Voor Ymte Sijbrandij is er de velomobiel niet weg te denken uit zijn dagelijks leven: “Ik denk dat er vijf dagen in het jaar zijn dat ik niet in mijn fiets zit, maar dan heb je het wel gehad.” De tocht eindigt traditiegetrouw met oliebollen op de finishlocatie.