Voor kinderen tussen de 5 en 18 jaar die ervan dromen om profvoetballer te worden zijn er de Jonger Oranje talentendagen. In het Topsportcentrum Rotterdam werden kleine zaalvoetbaltoernooien gespeeld onder toeziend oog van scouts van Sparta Rotterdam.
Vier tegen vier, in de categorieën onder 9, onder 11 en onder 13, werd er gespeeld. Aan het eind van elk toernooi maken de scouts een selectie bekend voor een regioteam, dat het in de landelijke finale opneemt tegen andere regio’s. Uit dat toernooi wordt een landelijke selectie opgesteld, die oefenwedstrijden gaan spelen tegen betaald-voetbalclubs. “Op deze manier komen spelertjes in beeld voor de grote clubs, en kijken wij of ze bijvoorbeeld goed genoeg zijn voor Sparta”, zegt Robert de Cock, die al acht seizoenen scout voor Sparta Rotterdam.
“Wat ik vooral mooi vind is de jongste groep, onder 9”, zegt Milan van Maaren van Jonger Oranje, “die zijn nog echt zoekende in het spelletje en spelen het op hun eigen manier”. Maar kun je bij zulke jongen kinderen al talent ontdekken? “Ja”, zegt de Cock resoluut, “je ziet al vrij snel of een spelertje makkelijk beweegt en dus een goede motoriek heeft, verder kijk je of ze goed om zich heen kijken, balgevoel hebben en samenspelen met hun medespelers. Dat is vooral belangrijk”. Van Maaren is het hier mee eens: “Je ziet echt qua aanname en balgevoel of iemand een talentje is, maar dat laat ik liever aan de scouts over”.
Meer Rotterdamse verhalen bekijken?
Volg ons dan ook op onze social media kanalen
Facebook YouTube Instagram Twitter Snapchat